Installatievoorschrift
4.3.2 ROOKgASAFvOeR eN lUCHttOevOeR Cv-geDeelte
De aansluitingen voor de verbrandingsluchttoevoer en
rookgasafvoer (Ø 80 mm) bevinden zich aan de boven-
zijde van het toestel.
1. Sluit het toestel aan op een goedgekeurd afvoer-
systeem of afvoerconstructie volgens de NEN 1078
GAVO) voor gesloten HR-toestellen. (Zie figuur 2)
voor afvoermogelijkheden van het toestel.
2. Parallel Systeem
Controleer de lengte van het afvoersysteem. De
maximale lengte voor het afvoersysteem bij Ø 80 mm
is 177 Pa (bij een druk van 100 Pa). Dat wil zeggen
32 meter voor het toevoerkanaal en 32 meter voor het afvoerkanaal. Met de weerstand
van de universele gevel- of dakdoorvoer is al rekening gehouden. Deze kan dus buiten
beschouwing worden gelaten.
3. Concentrisch afvoersysteem
De maximale lengte van het concentrische VLT/VGA-systeem (Ø80/125 mm) bedraagt
20 meter. Met de weerstand van de universele gevel- of dakdoorvoer is al rekening
gehouden.
figuur 2
27
leT op!
Indien rookgasafvoersyste-
men met een lengte langer
dan 5 meter toegepast wor-
den, adviseert Daalderop het
gebruik van een condens-
afscheider. Deze condens-
afscheider wordt geplaatst
tussen de CombinAir en het
rookgasafvoersysteem.
CombinAir