Inhoudsopgave
Advertenties
Het verhelpen van storingen
Het verhogen van de water-
stand
Wanneer de waterdruk lager is dan 1,0
bar, stroomt er te weinig water in de
spoelruimte. Zie paragraaf: "Het contro-
leren van de waterstand". In dit geval
moet u de waterstand verhogen.
Dat doet u als volgt:
Schakel de afwasautomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Druk de Start - toets in, houd deze in-
gedrukt en schakel tegelijkertijd de
afwasautomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets in.
Laat de Start - toets binnen 2 secon-
den weer los.
Het controlelampje "Zout" knippert.
Attentie:
Wanneer er een ander controlelampje
knippert of brandt, begint dan nog
eens van voren af aan.
Uitzondering:
Het controlelampje "Naspoelmiddel"
brandt, wanneer u nog geen naspoel-
middel heeft gedoseerd of naspoelmid-
del moet bijvullen.
52
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Spaar 45°".
– Wanneer het controlelampje "Start"
niet brandt dan is de waterstand nor-
maal.
– Wanneer het controlelampje "Start"
wel brandt dan is de waterstand ver-
hoogd.
Druk wanneer u de instelling wilt ver-
anderen de Start - toets in.
Afhankelijk van de vorige instelling gaat
het controlelampje "Start" aan of uit.
Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
Schakel de afwasautomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
De verhoogde waterstand is nu opge-
slagen.
Advertenties
Inhoudsopgave
