Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Over Czone - Mastervolt MasterShunt 500 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Uitgebreide accumonitor
Verberg thumbnails Zie ook voor MasterShunt 500:
Inhoudsopgave

Advertenties

18
MasterShunt 500 – Gebruikers- en installatiehandleiding
5.2

Over CZone

®
Het CZone
-netwerk is een CAN-systeem dat voldoet aan NMEA 2000. Open de CZone Configuration Tool op een Windows
laptop of notebook wanneer de MasterShunt 500 verbonden is. Voer de configuratie uit terwijl u verbonden bent met het
netwerk of gebruik een voorbereid configuratiebestand (.zcf). Verzeker u ervan dat er een DIP-switch is toegewezen. Zie ook
paragraaf 5.1.1 voor uitgebreide informatie over de configuratie.
De MasterShunt 500 toevoegen aan een CZone-systeemconfiguratie
Voorwaarde: In deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat een CZone-systeem al geconfigureerd is en dat de CZone
Configuration Tool geopend is.
Ga in de CZone Configuration Tool naar het tabblad Modules en druk op de knop Add (Toevoegen). Selecteer in de
vervolgkeuzelijst Module Type (Moduletype) de optie Shunts en ga verder met de volgende stappen.
1.
Voer een duidelijke Module Name
(Modulenaam) in.
2.
Elk apparaat in een CZone-netwerk heeft een
uniek 'identificatienummer'; de Dipswitch.
Dat nummer wordt tijdens de configuratie
toegewezen en moet overeenkomen met de
instellingen van de DIP-switch-instellingen.
Op apparaten zonder fysieke DIP-switches,
zoals de MasterShunt 500, wordt dat gedaan
in de CZone Configuration Tool. Wanneer er
verbinding is met het systeem: selecteer een
nummer in de vervolgkeuzelijst of voer zelf
een waarde in en druk vervolgens op de knop
Force Dipswitch for Address (Forceer DIP-
switch voor adres).
3.
Selecteer het Battery Type (Type accu).
4.
Voer de Battery Capacity (Accucapaciteit)
in.
5.
Selecteer de Nominal Voltage (Nominale
spanning).
6.
Optie: druk op de knop Advanced Settings
(Geavanceerde instellingen) om
geavanceerde opties te configureren.
7.
NMEA2000 DC Instances worden gebruikt
om in dit geval onderscheid te maken tussen
meerdere DC-bronnen. Zorg ervoor dat alle
NMEA 2000 Instances uniek zijn voor elke
bron die wordt gemonitord.
8.
Vink Show Battery Temperature
(Accutemperatuur weergeven) aan om
temperatuurbewaking mogelijk te maken.
9.
Selecteer de Mode (Modus) voor configuratie
(meer opties in de nabije toekomst).
10. Vink Reverse Current (Stroom omkeren) aan
als de belasting aan de linkerkant van de
MasterShunt 500 is aangesloten.
11. Voer de waarde voor de ontladingsgraad
(DoD, Depth of Discharge) in (100% = leeg;
0% = vol).
Een voorbeeld: stel de resterende DoD in op
80% om accu's tot maximaal 20% te
ontladen. Die reservecapaciteit van 20%
wordt niet in het monitoringoverzicht
weergegeven. In dat geval moet het niveau

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

7702011077020115

Inhoudsopgave