Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens. Het kan zijn dat het apparaat niet
start door te lage omgevingstemperaturen (< 5 °C).
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde relatieve
ruimteluchtvochtigheid. De luchtvochtigheid in de
opstelruimte moet boven het gekozen bereik liggen.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten hiervan op het stroomnet.
• Het apparaat kan op dat moment evt. een automatische
ontdooiing uitvoeren. Tijdens een automatisch ontdooiing
vindt geen ontvochtiging plaats.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. capaciteit
daalt:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op het gebied
van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
12
luchtontvochtiger TTK 68 E / TTK 69 E
NL