Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü Een geschikte slang (Ø = 14 mm) ligt klaar.
ü Een geschikte slangadapter ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Open de afdekking (3) van de aansluiting voor de
condensafvoerslang.
2. De afsluitdop linksom losschroeven.
10
3. Verwijder de afsluitdop.
4. De slangadapter rechtsom op de aansluiting schroeven.
5. Een uiteinde van de slang op de slangadapter schuiven.
6. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
luchtontvochtiger TTK 68 E / TTK 69 E
NL