Inhoudsopgave
Advertenties
Hydro-unit
4
ONDERHOUD
Dit systeem moet periodiek (jaarlijks) worden onderhouden. Raadpleeg de installateur.
Raadpleeg de installateur of de plaats van aankoop indien er een probleem is.
5
BEDIENING EN WERKING VAN DE LUCHT-/
WATERHITTEPOMP
3 minuten beschermingsfunctie
Na het uitschakelen en weer inschakelen van de lucht-/waterhittepomp met de hoofdschakelaar/
circuitonderbreker, start de lucht-/waterhittepomp dankzij deze 3-minuten beschermingsfunctie pas na 3 minuten.
Stroomonderbreking
De werking van de unit stopt indien de stroom wordt onderbroken.
• Druk op de ZONE1, 2/HOT WATER toets van de afstandsbediening om de werking weer te starten.
Verwarmingskarakteristieken
Ontdooien
Indien de buitenunit bevriest tijdens het verwarmen of heetwatertoevoer, start het ontdooien automatisch
(gedurende ongeveer 2 t/m 10 minuten) zodat de verwarmingscapaciteit behouden blijft.
• Tijdens het ontdooien, stroomt het water via de onderplaat van de buitenunit weg.
Verwarmingscapaciteit
Tijdens het verwarmen wordt de warmte van buiten geabsorbeerd en naar de kamer gestuurd. Het
hittepompsysteem gebruikt deze manier van verwarmen. Gebruik een ander verwarmingsapparaat in combinatie
met deze lucht-/waterhittepomp indien de buitentemperatuur te laag is.
Let op sneeuw en het bevriezen van de buitenunit
• De luchtinlaat en -uitlaat van de buitenunit kunnen in de winter door sneeuw worden bedekt of bevriezen.
De unit zal onjuist functioneren of slecht verwarmen indien er sneeuw of ijs op de buitenunit is.
• Controleer derhalve in de winter dat water goed via de aftapslang wegloopt en er geen water wat kan bevriezen
achterblijft. Bevroren water in de aftapslang of in de buitenunit veroorzaakt een onjuiste werking of slechte
verwarming.
Bedrijfsvoorwaarden voor de lucht-/waterhittepomp
Voor een optimale werking moet de lucht-/waterhittepomp bij de volgende temperaturen worden gebruikt:
Buitentemperatuur
Koelen
Kamertemperatuur
Buitentemperatuur
Heetwater
Kamertemperatuur
Buitentemperatuur
Verwarmen
Kamertemperatuur
Indien de lucht-/waterhittepomp buiten de hierboven aangegeven temperaturen wordt gebruikt, wordt het
veiligheidsmechanisme mogelijk geactiveerd.
: 10 °C t/m 43 °C
: 18 °C t/m 32 °C (Temp. droge klep)
: –25 °C t/m 43 °C (Verwarming gebruik in meer dan 35 °C)
: 5 °C t/m 32 °C
: –25 °C t/m 25 °C
: 5 °C t/m 32 °C
– 12 –
Handleiding
12-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
