5. Voorbereiding
•
Controle van meetsnoeren en zekering
Plug het rode meetsnoer in de + klem en het zwarte meetsnoer in de – klem en plaats de functieschakelaar
ergens in de Ω zone. Sluit daarna de meetpunten kort. Als de meternaald naar rechts uitwijkt, ga dan verder
met de meting.
Wijkt de meternaald niet uit, vervang de zekering dan door de bijgeleverde reservezekering. Is er dan nog
geen uitwijking, dan kunnen de meetsnoeren onderbroken zijn. Vervang ze in dat geval.
•Nulinstelling meternaald
Draai d.m.v. de nulinstellingsschroef de naald op "0" , uiterst links van de schaal, voor een nauwkeurige
meting.
•
Controle functieschakelaarstand
Zet de functieschakelaar in de juiste stand, anders kan de gewenste meting niet uitgevoerd worden of kan er
lichamelijk letsel of schade aan het toestel veroorzaakt worden.
Als u het niveau van spanning of stroom niet kent, begin de meting dan op het hoogste bereik en selecteer
dan het geschikte bereik.
6. Meetprocedure
Spanningsmeting (ACV, DCV)
Doe geen meting op een stroomkring van meer dan
•
Leg geen spanning aan die de nominale spanning van het gekozen bereik
•
overschrijdt.
Gebruik de functieschakelaar niet tijdens de meting.
•
Raak de metalen delen van de testsnoeren niet aan tijdens de meting.
•
Als u het niveau van de te meten spanning niet kent, voer dan de meting uit op het hoogste
•
bereik.
(1) Plug het rode meetsnoer in de + klem en het zwarte meetsnoer in de - klem.
(2) Zet de functieschakelaar in de geschikte DCV of ACV stand.
(3) Verbind de meetsnoeren met de te testen stroomkring zodat het toestel parallel geschakeld is met de
stroomkring. Bij DCV meting wijkt de naald naar rechts uit (normale richting) wanneer het rode meetsnoer
verbonden is met de positieve zijde van de te testen stroomkring en het zwarte meetsnoer met de negatieve
zijde.
Bij omgekeerde aansluiting van de meetsnoeren wijkt de naald naar links uit.
(4) Lees de waarde af op de respectieve schaal.
Stroommeting (DCA)
Leg geen spanning aan als het toestel op een stroombereik is ingesteld.
•
Gebruik de functieschakelaar niet tijdens de meting.
•
Plug de meetsnoeren goed vast in de te testen stroomkring zodat de contacten niet lossen.
•
Als men de meetsnoeren verbindt met de stroomkring of men verwijdert ze uit de stroomkring,
dan moet deze laatste uitgeschakeld zijn.
Als u het niveau van de te meten stroom niet kent, voer de meting dan uit op het hoogste
•
bereik.
GEVAAR
600V AC of DC.
GEVAAR