Aansluiting van een trommelmotor met een
terugloopblokkering (klemmenkast uitvoering)
1. Let op de aangebrachte pijl op het trommelschild. Deze geeft de vrije draairichting van
de trommelmotor aan (zie fi g. 2).
2. Zorg voor een correcte aardaansluiting.
3. Schakel de motor in ster of driehoek zodat de voedingsspanning en de genoemde
spanning op het typeplaatje overeenkomen.
4. Sluit de inkomende kabeladers als volgt op het klemmenbord aan: L1 aansluiten op U1, L2
op V1 en L3 op W1.
5. Schakel de voeding in. Let op: Niet langer dan 0,5 seconde. Als de trommelmotor draait,
is de aansluiting correct. Als de trommelmotor niet draait, dient u twee kabeladers
onderling te verwisselen. Voorbeeld: L1 aansluiten op V1 en L2 aansluiten op U1 van het
klemmenbord.
6. Schakel de voeding opnieuw in. De trommelmotor zal nu in de juiste richting draaien.
Aansluiting van een trommelmotor met een
terugloopblokkering (kabel uitvoering)
1. Let op de aangebrachte pijl op het trommelschild. Deze geeft de vrije draairichting van
de trommelmotor aan (zie Fig. 2).
2. De uitgaande kabeladers zijn gecodeerd met nummers. Zie voor deze codering de
aansluitschema's op pagina's 9-10.
3. Zorg voor een correcte aardaansluiting.
4. Sluit de voeding aan op de kabeladers volgens het juiste aansluitschema.
5. Schakel de voeding in. Let op: Niet langer dan 0,5 seconde. Als de trommelmotor draait,
is de aansluiting correct. Als de trommelmotor niet draait, dient u twee aders van de
voeding onderling te verwisselen. Bijvoorbeeld L1 en L2 omwisselen.
6. Schakel de voeding opnieuw in. De trommelmotor zal nu in de juiste richting draaien.
Fig. 2
Installatie
nl
5