Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en voldoen aan
de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot
max. 60 °C worden aangesloten.
• De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar (=10 N/cm
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar (=100 N/cm
Toevoerslang aansluiten
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
1
ineengestrengeld zijn.
0
Toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 228-1:2000) aan een water-
kraan met buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slang-
koppeling alleen met de hand aandraaien.
• Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
3
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
42
2
=100 kPa)
2
=1 MPa)
Als de waterdruk lager dan 1 bar is, dient
u uw installateur te raadplegen.
Bij meer dan 10 bar waterdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel)