INSTELLINGEN
11
Druk op ENTER en voer dan de
beveiligingscode in.
•
Voer precies dezelfde beveiligingscode in als op de
draadloze router is ingesteld.
•
De beveiligingscode wordt handmatig ingevoerd met
behulp van het scherm voor het invoeren van tekens.
(Zie blz. 48.)
Beveiligingssleutel invoeren.
beveil.sleutel:
Volgende
12
Selecteer "Volgende" en druk dan op ENTER.
13
Voor het uitvoeren van een test om de
instellingen te controleren, selecteert u "Test" en
drukt dan op ENTER.
•
Als de test is mislukt, verschijnt er een foutmelding.
Probeer opnieuw om de instellingen te maken nadat
u gecontroleerd hebt of de verbinding (blz. 23) juist is
uitgevoerd.
Bevestig uw instelling.
Toegangspunt:
XXXXXXXXXXXX
beveil.sleutel:
XXXXXXXXXXXX
14
Volg de stappen 6–11 van "Bij gebruik van een
LAN-kabel" op blz. 45 om de instellingen voor
de netwerkverbinding te voltooien.
Informatie over MAC-adressen
Een MAC-adres is een uniek ID-nummer voor
netwerkapparatuur. Een MAC-adres is nodig voor
filtering van de MAC-adressen op de draadloze
router/toegangspunt.
Voordat de instellingen voor draadloze
communicatie worden uitgevoerd, raden wij u aan
het MAC-adres te noteren en dit op een veilige
plaats te bewaren. (Het MAC-adres wordt op
het "De info over het Ethernet instellen." scherm
weergegeven wanneer de draadloze communicatie
wordt ingesteld (zie stap 5 van blz. 46).
MAC-adres
Test
47