User Manual of Network Video Recorder
Het interval voor tijdsynchronisatie kan worden ingesteld op een waarde van 1-10080 minuten. De
standaardwaarde is 60 minuten. Als de NVR is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een NTP-server met
een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het National Time Center (IP-adres:
210.72.145.44). Als de NVR is ingesteld in een verder aangepast netwerk, kan NTP-software worden gebruikt om
verbinding te maken met een NTP-server voor tijdsynchronisatie.
11.2.5 SNMP configureren
Doel:
U kunt het SNMP-protocol gebruiken om de apparaatstatus en aan parameters gerelateerde informatie op te halen.
Stappen:
1. Open de interface voor netwerkinstellingen.
Menu > Configuratie > Netwerk
2. Selecteer het tabblad SNMP om de interface met SNMP-instellingen te openen, zoals weergegeven in Figure
11. 15.
3. Schakel het selectievakje SNMP in om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de volgende SNMP-instellingen:
•
Trap-adres: Het IP-adres van de SNMP-host.
•
Trap-poort: De poort van de SNMP-host.
5. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan en de interface te verlaten.
Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software downloaden en instellen om de apparaatinformatie te
ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen, kunnen vanaf de NVR alarmgebeurtenissen en
uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden.
11.2.6 Externe alarmhost configureren
Doel:
Wanneer u een externe alarmhost hebt geconfigureerd, worden alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar
de host verzonden wanneer een alarm wordt getriggerd. De software voor netwerkvideosurveillance moet op de
externe alarmhost zijn geï nstalleerd.
Stappen:
Figure 11. 15 Interface voor SNMP-instellingen
166