Meetwaarde bijhouden (alleen testo 750-3)
>
Na het aanleggen van het meetinstrument aan een spanning de toets
HOLD
indrukken.
-
Er weerklinkt een kort akoestisch signaal en het LC-display geeft de
bijgehouden meetwaarde aan.
>
Om de bijgehouden waarde te verwijderen opnieuw de toets
indrukken.
-
Er weerklinkt een kort akoestisch signaal.
De bijgehouden waarde wordt automatisch na ca. 10 seconden verwijderd,
nadat er geen spanning meer aanligt aan de teststaven. Dit wordt
aangegeven door een kort akoestisch signaal.
Na verwijdering van de bijgehouden meetwaarde toont het LC-display weer
de momenteel aan de testaven aanliggende spanning.
De LED-spanningsindicatie signaleert altijd de momenteel in de stroomkring
aanliggende spanning.
Spanningen onder ca. 10 V AC/DC kunnen niet worden bijgehouden, in het
LC-display verschijnt ---.
8.3. Spanningscontrole met RCD/FI-
activeringstest (alleen testo 750-2 / -3)
Bij spanningscontroles in systemen met RCD/FI-differentiaaluitschakelaars
kunnen door een belasting te activeren differentiaaluitschakelaars met
10 mA of 30 mA nominale stroom worden gecontroleerd:
>
Spanning tussen L en PE controleren en gelijktijdig de beide toetsen
indrukken.
-
De RCD/FI zou moeten reageren.
8.4. Eenpolige fasecontrole
De eenpolige fasecontrole is mogelijk bij wisselspanningen vanaf ca. 100 V.
Tijdens de eenpolige fasecontrole voor de vaststelling van buitengeleiders
kan de indicatiefunctie worden beïnvloed, bijvoorbeeld door isolerende
persoonlijke beschermende uitrusting of door andere isolaties.
De eenpolige fasecontrole is niet geschikt voor de controle van de
spanningsvrijheid, daarvoor is een tweepolige spanningscontrole vereist.
>
Teststaaf + (L2) van de spanningsmeter verbinden met het testobject.
-
licht op als het bij de geteste geleider om de fase gaat.
8.5. Doorgangscontrole
✓
De te controleren stroomkring / het testobject spanningsloos
schakelen.
✓
Een tweepolige spanningscontrole uitvoeren, om de spanningsloosheid
van het testobject te bevestigen.
>
De beide teststaven verbinden met het testobject.
-
Bij doorgang tot ca. 500 kΩ licht
signaaltoon.
-
De doorgangscontrole schakelt na 10 seconden automatisch uit, als er
geen doorgang wordt herkend. Zodra er een doorgang wordt herkend,
schakelt het instrument zich weer automatisch in.
Rx
op en er weerklinkt een
8 Test uitvoeren
HOLD
9