Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen In De Uefi/Bios Setup Utility Wijzigen; Wat Is De Uefi/Bios Setup Utility; De Uefi/Bios Setup Utility Openen; Opstartapparaten Selecteren - Lenovo V14 Gen 4 i Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De beeldschermen van sommige Lenovo-computers ondersteunen dubbele vernieuwingsfrequenties. Voor
zo'n computer kunt u het beeldscherm handmatig overschakelen naar de hogere of lagere
vernieuwingsfrequentie. In Windows-besturingssystemen zijn de instellingen voor handmatig overschakelen
meestal te vinden in Instellingen ➙ Systeem ➙ Beeldscherm. Als sneltoets kunt u ook de
toetsencombinatie Fn + R gebruiken om de vernieuwingsfrequentie over te schakelen.
Opmerking: Niet alle beeldschermen ondersteunen dubbele vernieuwingsfrequenties. Als u geen
instellingen kunt vinden om de vernieuwingsfrequentie te wijzigen, heeft het beeldscherm mogelijk een vaste
vernieuwingsfrequentie of kan deze niet handmatig worden gewijzigd.

Instellingen in de UEFI/BIOS Setup Utility wijzigen

In dit gedeelte maakt u kennis met UEFI/BIOS en de bewerkingen die u in de bijbehorende Setup Utility kunt
uitvoeren.

Wat is de UEFI/BIOS Setup Utility

UEFI/BIOS is het eerste programma dat wordt uitgevoerd wanneer een computer wordt opgestart. UEFI/
BIOS initialiseert hardwareonderdelen en laadt het besturingssysteem en andere programma's. Uw
computer beschikt mogelijk over een Setup-programma (Setup Utility) waarmee u bepaalde UEFI/BIOS-
instellingen kunt wijzigen.

De UEFI/BIOS Setup Utility openen

Stap 1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
Stap 2. Voordat het Lenovo-logo op het scherm verschijnt, drukt u herhaaldelijk op F2.
Opmerking: Voor computers waarop de Hotkey Mode is ingeschakeld, drukt u op Fn + F2.

Opstartapparaten selecteren

Normaal start de computer in een bootmanager geladen van een secundair opslagapparaat van de
computer. Soms moet u uw computer opstarten in een programma of bootmanager geladen van een ander
apparaat of netwerklocatie. Nadat de systeemfirmware alle apparaten initialiseert, kunt u op de
onderbrekingstoets drukken om het bootmenu weer te geven en een gewenst opstartapparaat selecteren.
Stap 1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
Stap 2. Druk op F12.
Stap 3. Selecteer in het opstartapparaatmenu een opstartapparaat om de computer te starten.
U kunt een permanente wijziging doorvoeren in de opstartapparaten in de UEFI/BIOS Setup Utility. Selecteer
het Boot menu; in de EFI-sectie, selecteer het opstartapparaat en verplaats het naar de top van de
apparatenlijst. Bewaar de wijzigingen en verlaat de Setup Utility, zodat de wijziging van kracht gaat.

Hotkey Mode wijzigen

Stap 1. Open de UEFI/BIOS Setup Utility.
Stap 2. Selecteer Configuration ➙ Hotkey Mode en druk op Enter.
Stap 3. Wijzig de instelling in Disabled of Enabled.
Stap 4. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
24
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave