5. Zet U neer op de zit en plaats beide armsteunen naar beneden zodat U Uw armen hierop kan
laten rusten.
6. Plaats de sleutel in het contact en draai naar rechts, wacht gedurende 3 seconden alvorens
de gashendel in te drukken anders krijg je een alarm "vertraging bescherming". Indien nodig,
schakelt U de koplampen aan.
7. Controleer de batterij-indicator om te zien of er voldoende energie voor Uw reis is. Bij niet
voldoende capaciteit moet U de batterijen herladen voor vertrek.
Zet nu de snelheidsregelaar van Uw besturing in de laagste stand. Uw scooter is nu klaar voor
gebruik. Stel de snelheid pas hoger in wanneer U de scooter goed kunt gebruiken en beheerst.
Voordat U met de scooter in een druk of potentieel gevaarlijk gebied rijdt, maakt U zich vertrouwd met
het gebruik van Uw scooter. Oefen in een wijd en open gebied, bijvoorbeeld in een park.
2.7.2 Bij einde van de rit
Voor U uitstapt, moet U de scooter zo parkeren dat alle wielen tegelijk de grond raken.
Vervolgens schakelt U de scooter "UIT" (laadindicator gaat uit) om de display uit te schakelen.
2.7.3 De scooter parkeren
Wanneer Uw scooter uitgeschakeld is, kunnen geen rij-opdrachten meer worden gegeven. De
elektromagnetische rem kan pas opnieuw worden uitgezet wanneer Uw scooter wordt ingeschakeld.
Parkeer Uw scooter altijd op parkeerplaatsen onder toezicht of op een goed zichtbare plaats.
2.7.4 Uw eerste rit
L
WAARSCHUWING:
rijeigenschappen van de scooter.
L
WAARSCHUWING:
beide kanten te gelijk in. U kan dan mogelijk Uw scooter niet besturen.
L
WAARSCHUWING:
snelheid niet tijdens het rijden.
L
WAARSCHUWING:
voorwerpen achter U bevinden tijdens het omkeren van de scooter.
•
Rijden
Nadat U heeft plaats genomen in de scooter en deze hebt aangezet zoals hierboven beschreven,
neemt U de handgrepen met Uw vingers vast, trek de gashendel in de gewenste richting:
TREKACTIE MET DE RECHTSE HAND
TREKACTIE MET DE LINKSE HAND
Wanneer U de scooter binnen gebruikt, zet U de scooter best niet in de hoogste snelheid.
•
Rijden op de stoep
Controleer dat de begrenzingsschakelaar is ingesteld op de traagste instelling bij het gebruik van de
scooter op de stoep. De maximale snelheid om op de stoep te rijden hangt af van land tot land.
Controleer de verkeersregels van het desbetreffende land.
De begrenzingsschakelaar kan naar de snelste instelling gezet worden voor het gebruik op wegen of
private grond.
•
Remmen
Om te remmen laat U de snelheids- / gashendel los zodat deze in neutrale stand gaat. Uw scooter
remt zacht af en komt tot stilstand. Oefen het rijden en remmen zodat U het rijgedrag van Uw scooter
gewoon bent en leert inschatten hoe Uw scooter reageert bij het rijden en remmen.
Schakel Uw scooter niet "UIT" wanneer U rijdt, aangezien dan een noodstop wordt gemaakt, die een
ongeluk en letsel tot gevolg kunnen hebben.
Houd Uw scooter onder controle – Maak U vertrouwd met de
Houd Uw scooter onder controle – Druk de gashendel niet aan
Houd Uw scooter onder controle, risico op letsel - Verander de
Risico op letsel - Controleer dat er zich geen personen of
=
=
Pagina 12
VOORWAARTS RIJDEN
ACHTERWAARTS RIJDEN
Ceres SE
2018-06