Installatie
Deze sectie bevat informatie over het installeren van de
camera's.
Installatieomgeving
Tijdens het installeren van uw product moet u rekening
houden met het volgende:
De TVP-5101 of TVP-5103 zijn niet ontworpen om dwars
tegen een muur te worden gemonteerd. Ze moeten aan het
plafond worden gemonteerd. Als deze aan een muur wordt
gemonteerd, moet de wandmontage worden gebruikt.
De koepel-/lensmontage moet in de richting van de grond
wijzen.
•
Elektrische bedrading: wees voorzichtig bij de
installatie van de elektrische bedrading. Laat dit altijd
uitvoeren door een gekwalificeerde monteur. Gebruik
altijd een geschikte PoE-switch, een 12V gelijkstroom of
24 VAC (afhankelijk van de camera) UL Klasse 2 of
CE-gecertificeerde voedingsbron voor de voeding van de
camera. Zorg ervoor dat er geen overbelasting optreedt
bij de voedingskabel of de adapter.
Ventilatie: de locatie waar de camera wordt
•
geïnstalleerd, moet goed geventileerd zijn.
Temperatuur: gebruik de camera niet indien de
•
opgegeven waarden voor temperatuur, vochtigheid of
voedingsbron worden overschreden. De bedrijfs-
temperatuur van de camera zonder verwarming ligt
tussen de -30 en +60°C. De vochtigheid is lager dan
90%. De buitencamera's met ingebouwde verwarming,
hebben een bedrijfstemperatuur tussen de -40°C en de
60°C.
Installatiegids
3