Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
▯
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz
aansluiten. Zie het typeplaatje 9J voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het
▯
apparaat bevinden en ook na het inbouwen goed
bereikbaar zijn.
Als de stekker na het inbouwen niet gemakkelijk
bereikbaar is, dan moet er volgens
de veiligheidsvoorschriften een meerpolige
scheidingsinstallatie met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door
▯
een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische aansluitkabel mag
▯
alleen door de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen
▯
een type met het teken ‚ geïnstalleerd worden.
Alleen deze voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
▯
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het
functioneert alleen als het apparaat op de stroom is
aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen
in acht:
1.
Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2.
Kraan dichtdraaien.
3.
Afvoer- en drinkwateraansluiting losmaken.
4.
Bevestigingsschroeven van de meubeldelen
losdraaien.
5.
De plint – indien aanwezig – demonteren.
6.
Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig
naar voren trekken.
Plaatsen en aansluiten
nl
49