Zorg er bij een vast in het voertuig gemonteerde accu voor, dat het
voertuig uitgeschakeld is en dat het zich in stilstand bevindt! Schakel de
ontsteking uit en breng het voertuig in parkeerstand, met aangetrokken
handrem.
Neem de aansluitklemmen (pluspool en minpool) uitsluitend aan de
geïsoleerde oppervlakken vast!
Sluit het laadapparaat uitsluitend aan op een goed bereikbaar
stopcontact 220-240V ~ 50Hz, zodat u bij problemen snel kunt ingrijpen.
Wanneer de accu geladen wordt, kunt u geborrel horen in de vloeistof,
dat wordt veroorzaakt door het vrijkomen van gassen. Aangezien het gas
brandbaar is, mag er geen open vuur worden gebruikt rond de accu en
moet de ruimte goed geventileerd blijven.
Vanwege dit risico van explosieve gassen is het beter om de
accuklemmen alleen aan te sluiten of lost te koppelen, wanneer de
stroomtoevoer uitgeschakeld is.
Zet nooit de accu boven op de lader of andersom.
Trek de stekker er nooit aan het stroomtoevoerkabel wanneer u de lader
loskoppelt van het elektriciteitsnet. Trekken aan het snoer kan de kabel
of de stekker beschadigen.
Koppel de acculader na het laden los van de stroomtoevoer.
De acculader mag niet gebruikt worden wanneer de stroomtoevoerkabel
beschadigd is. De stroomtoevoerkabel van dit apparaat kan niet
vervangen worden; wanneer de kabel beschadigd raakt, moet het
apparaat worden afgedankt.
Plaats de stroomtoevoerkabel van de lader zodanig, dat u er zeker van
bent dat u er niet op kunt gaan staan, erover kunt struikelen of dat hij
beschadigd raakt.
Stel de lader nooit in werking, wanneer hij een harde klap heeft gehad,
gevallen is of op andere wijze beschadigd is. Breng hem naar een
gekwalificeerde deskundige voor inspectie en reparatie.
De acculader mag niet geopend worden. Elke poging tot modificatie of
reparatie door de gebruiker zal leiden tot verlies van uw garantie.
Demonteer de acculader niet. Incorrect in elkaar zetten kan resulteren in
een elektrische schok of brand.
Plaats de acculader zo ver mogelijk weg van de accu als mogelijk.
Bewaar de lader, wanneer hij niet gebruikt wordt, in een droge ruimte om
te voorkomen dat deze beschadigd raakt door vocht.
Deze acculader is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht
staan of instructies over het gebruik van het apparaat door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.