Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Algemeen veiligheidsadvies
3. Algemeen veiligheidsadvies
Naast de aanwijzingen in deze handleiding moeten de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften en de voorschriften
voor ongevallenpreventie in acht worden genomen!
Onze verkoop� en leveringsvoorwaarden zijn van toepassing.
Aanwijzingen voor montage van de aandrijving:
•
Verzeker u ervan dat de deur zich mechanisch in een goede toestand bevindt.
•
Verzeker u ervan dat de deur in iedere positie blijft staan.
•
Verzeker u ervan dat de deur makkelijk in de richting OPEN en DICHT kan worden bewogen.
•
Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
•
Verwijder alle niet�benodigde componenten van de deur (bijv. kabels, kettingen, hoekstukken enz.).
•
Stel alle inrichtingen buiten werking die na montage van de aandrijving niet nodig zijn.
•
Voorafgaande aan het installeren van de bekabeling koppelt u de aandrijving steeds los van de stroomvoorziening.
•
Verzeker u ervan dat tijdens het installeren van de bekabeling de stroomvoorziening onderbroken blijft.
•
Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
•
Installeer de net� en besturingskabels steeds apart. De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
•
Monteer de aandrijving enkel bij gesloten deur.
•
Monteer alle impulsgevers en besturingsinrichtingen (bijv. radiografische codeschakelaar) op zichtafstand
van de deur en op een veilige afstand van bewegende onderdelen van de deur. Een minimale montagehoogte van
1,5 meter moet worden aangehouden.
•
Breng de waarschuwingsstickers tegen beknellingsgevaar duurzaam aan op opvallende plaatsen.
•
Verzeker u ervan dat na montage geen onderdelen van de deur op het trottoir of de straat uitsteken.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van de aandrijving
De gebruikers van de deurinstallatie of hun plaatsvervangers moeten na de inbedrijfstelling van de installatie worden
geïnstrueerd in de bediening.
•
Verzeker u ervan dat kinderen niet met de deurbediening kunnen spelen.
•
Verzeker u ervan er zich geen personen of voorwerpen binnen de actieradius van de deur bevinden voordat u deze in
beweging zet.
•
Controleer alle aanwezige veiligheidsinrichtingen.
•
Grijp nooit in een lopende deur of bewegende onderdelen.
Aanwijzingen voor het onderhoud van de aandrijving
Controleer de volgende punten regelmatig en herstel ze eventueel om een storingsvrije werking te garanderen.
Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet de aandrijving altijd spanningsvrij worden geschakeld.
•
Controleer iedere maand of de aandrijving omkeert wanneer de deur een obstakel raakt. Zet daarvoor een
50 mm hoog/breed obstakel in de baan van de deur, afhankelijk van de looprichting van de deur.
•
Controleer de instelling van het uitschakelautomaat OPEN en DICHT.
•
Controleer alle bewegende onderdelen van de deur en de aandrijving.
•
Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging.
•
Controleer of de deur met de hand kan worden bewogen.
Aanwijzingen voor de reiniging van de aandrijving
Er mag in geen geval voor de reiniging worden gebruikt: directe waterstraal, hogedrukreiniger, zuren of logen.
•
Maak de aandrijving indien nodig schoon met een droge doek.
Pagina 4
4
Advertenties
Inhoudsopgave
