4
nl | Veiligheid
1
Veiligheid
1.1
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees alle onderstaande veiligheidsinstructies, volg ze op, en bewaar ze zodat u ze ook in de
toekomst kunt raadplegen. Neem alle waarschuwingen op het apparaat en in de
gebruiksaanwijzing in acht alvorens het apparaat te gebruiken.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. Voedingsbronnen - Sluit het apparaat uitsluitend aan op een lichtnet met het voltage dat
2014.05 | 4.0 | F.01U.167.418
Reinigen - Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Volg alle voorschriften die bij het apparaat worden geleverd. Normaal gesproken
volstaat reiniging met een droge doek. U kunt echter ook een vochtige pluisvrije doek of
leren zeemlap gebruiken. Gebruik geen vloeibare schoonmaakproducten of spuitbussen.
Warmtebronnen - Installeer dit apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren, verwarmingen, ovens of andere apparaten die warmte genereren (zoals
versterkers).
Ventilatie - Eventuele openingen in de behuizing van het apparaat dienen voor ventilatie
om oververhitting te voorkomen en een betrouwbare werking te garanderen. Sluit deze
openingen niet af en houd ze vrij. Plaats dit apparaat niet in een behuizing tenzij er
voldoende ventilatie aanwezig is of de voorschriften van de fabrikant zijn aangehouden.
Water - Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van water, zoals in de buurt van een
badkuip, spoelbak, fonteintje, wasmand, in een vochtige of natte kelder, een zwembad, in
een buiteninstallatie, of in elke omgeving die als vochtige locatie wordt beschouwd. Stel
het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om het risico op brand of elektrische
schokken te vermijden.
Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen - Duw geen voorwerpen door de
openingen van het apparaat. Dit kan kortsluitingen veroorzaken en aanleiding geven tot
brand of elektrische schokken. Mors geen vloeistof op het apparaat. Plaats geen met
vloeistof gevulde voorwerpen, zoals vazen of bekers, op het apparaat.
Onweer - Als extra beveiliging tegen onweer of als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald en moeten alle overige
kabels worden losgekoppeld. Zo voorkomt u bliksemschade en schade door
stroomstoten.
Instelling van bedieningselementen - Stel alleen de bedieningselementen in die volgens
de bedieningsvoorschriften mogen worden ingesteld. Bij onjuiste instelling van andere
bedieningselementen kan het apparaat beschadigd raken. Het gebruik van
bedieningselementen of instellingen, of het uitvoeren van handelingen, die niet in de
voorschriften zijn beschreven, kan leiden tot schadelijke blootstelling aan straling.
Overbelasting - Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
Spanning uitschakelen - Apparatuur met of zonder aan/uit-schakelaar staat onder
spanning zolang de stekker is aangesloten op de wandcontactdoos. De apparatuur is
uitsluitend in werking als de aan/uit-schakelaar in de stand AAN staat. Het netsnoer is de
"hoofdschakelaar" om de spanning van alle apparatuur uit te schakelen.
is vermeld op het etiket op het apparaat. Voordat u de kabel aansluit op het apparaat,
dient u deze kabel los te koppelen van de voeding.
–
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor apparaten met batterijen.
–
Gebruik alleen de aanbevolen goedgekeurde voedingseenheden als u het apparaat
wilt gebruiken met externe voedingseenheden.
Operation Manual
UHI/UHO Series Camera Housing
Bosch Security Systems, Inc.