REMKO serie ELT-HT
5
Inbedrijfstelling
van het apparaat
Met de bediening en bewaking van het apparaat
moet een persoon worden belast die voldoende is
geïnstrueerd over de overeenkomstige omgang
met het apparaat.
De apparaten zijn voorzien van een 3-traps
bedrijfsschakelaar.
Afb. 3: Bedrijfsschakelaar
0: Uit
1: Ventileren
2: Verwarmen
1.
De bedrijfsschakelaar in stand "0" zetten.
2.
De voedingsstekker van het apparaat ver-
binden met een reglementair geïnstalleerde
stopcontact 16 A (ELT 10-HT), resp. 32 A
(ELT 18-HT).
WAARSCHUWING!
De elektrische aansluiting van de apparaten
moet op een aansluitpunt met aardlekschake-
laar volgens VDE 0100, deel 55 geschieden.
Bedrijfsinstellingen
De bedrijfsinstellingen kunnen via een schakelaar
resp. een nokkenschakelaar worden gekozen.
Voor het bedrijf is echter altijd een ruimtethermo-
staat vereist.
12
In de stand "1" wordt alleen de ventilatie actief.
Deze instelling kan ook zonder ruimtethermostaat
worden gekozen.
In stand "0" vindt geen bedrijf plaats.
In stand "2" zijn alleen de ventilatie en de verwar-
mingselementen actief. Deze instelling is alleen
mogelijk met een elektrische ruimtethermostaat.
Verwarmen met een speciale HT-ruimtethermo-
staat of kanaalthermostaat (accessoire)
De apparaten werken volledig automatisch en zijn
afhankelijk van de ruimtetemperatuur.
1.
De brugstekker [2] loskoppelen.
2.
De stekker [3] van de betreffende thermo-
staat verbinden met de thermostaatcontact-
doos [1] van het apparaat.
1
3.
Afhankelijk van de gebruikte thermostaat de
voeler op de juiste plaats plaatsen. De ther-
mostaatvoeler mag zich niet in directe war-
meluchtstroom bevinden en mag ook niet
direct op een koude ondergrond worden
geplaatst.
4.
Op de gebruikte ruimtethermostaat de
gewenste temperatuur voor de betreffende
toepassing instellen.
5.
De bedrijfsschakelaar in stand "2" (ver-
warmen) schakelen.
GROENE controlelampje brandt!
3