Systeem: voorkant (LED-lampjes)
Kenmerken
1
Status-LED voeding
2
Status-LED mobiele breedband
3
Status-LED draadloos netwerk
4
Status-LED Bluetooth
5
Status-LED cloudverbinding
6
Status-LED netwerk
7
Status-LED netwerk
8
Status-LED RS485-poort
9
Status-LED RS485-poort
10
Status-LED RS422/485-poort
11
Status-LED CANbus-poort
12
Status-LED seriële poorten
Systeem—onderkant
Kenmerken
1
Aarding
2
Seriële poort
8
Geeft de voedingstatus aan van het systeem.
Geeft de status aan van de mobiele breedband- en
netwerkactiviteit.
Geeft de draadloze connectiviteitsstatus en de netwerkactiviteit
aan.
Geeft de status aan van Bluetooth en de activiteit ervan.
Geeft de status aan van de cloudverbinding.
Geeft de connectiviteitsstatus en de netwerkactiviteit aan.
Geeft de connectiviteitsstatus en de netwerkactiviteit aan.
Geeft de status aan van de verbindingen van de RS485-poort.
Geeft de status aan van de verbindingen van de RS485-poort.
Geeft de status aan van de verbindingen van de RS422/485-
poort.
Geeft de status aan van de verbinding van de CANbus-poort.
Geeft de status aan van de verbinding van de seriële poorten.
Sluit de aardingskabel aan op het moederbord.
Een apparaat met een seriële poort, zoals een printer aansluiten.