Handleiding
1. Identificatie
Segment Protector voor veldbus
F2-SP-IC*
ATEX-certificaat: TÜV 13 ATEX 107689 X
ATEX-identificatie:
1
II 3G Ex nA [ic] IIC T4 Gc ,
1
II 2(3)D Ex tb [ic Dc] IIIC T130°C Db
IECEx-certificaat: IECEx TUN 13.0004X
IECEx-identificatie:
Ex nA [ic] IIC T4 Gc ,
Ex tb [ic Dc] IIIC T130°C Db
CCC-certificaat: 2020322310002785
CCC-markering: Ex ec [ic] IIC T4 Gc, Ex tb [ic Dc] IIIC T130°C Db
De met een * gemarkeerde letters van de typecode zijn plaatshouders
voor versies van het apparaat.
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperator.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
Voordat het product wordt gebruikt, dient u het product te leren kennen.
Lees de handleiding zorgvuldig door.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem
richtlijn 1999/92/EC met betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in
acht.
Dit document wordt, indien van toepassing, aangevuld door bijbehorende
gegevensbladen, handleidingen, conformiteitsverklaringen, EU-type
declaratiecertificaten, certificeringen en control drawings. U vindt deze
informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
De Segment Protector is een junctie box voor de veldbus die is ontworpen
conform IEC/EN 61158‑2 om veldtoestellen via spurs te verbinden met de
trunk van een segment.
Elke afzonderlijke spur beperkt of isoleert de stroom tijdens storingen,
zodat de rest van het segment niet wordt beïnvloed.
Het apparaat is ontworpen voor wandmontage.
Gebruik montagemateriaal dat past bij het montageoppervlak.
Gebruik montagemateriaal dat geschikt is voor het veilig monteren van het
apparaat.
Als het apparaat al in algemene elektrische installaties is gebruikt, mag het
niet meer worden gemonteerd in elektrische installaties met een
explosiegevaarlijke omgeving.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in intrinsiek veilige
veldbussystemen conform FISCO of Entity.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt binnen het gespecificeerde
bereik van de omgevingstemperatuur en bij de gespecificeerde relatieve
vochtigheid zonder condensatie.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
6. Montage en installatie
Voorafgaand aan de montage, installatie en ingebruikname van het
apparaat moet u het apparaat leren kennen en de gebruikshandleiding
zorgvuldig doorlezen.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-25.
DOCT-3983A / 2023-07
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Als het apparaat al in algemene elektrische installaties is gebruikt, mag het
niet meer worden gemonteerd in elektrische installaties met een
explosiegevaarlijke omgeving.
Voor de juiste beschermingsgraad:
De behuizing mag niet beschadigd, vervormd of gecorrodeerd zijn.
l
Alle dichtingen moeten onbeschadigd zijn en correct geplaatst worden.
l
Alle schroeven van de behuizing/deksel moeten met het juiste moment
l
worden vastgezet.
Alle wartels moeten geschikt zijn voor de diameter van de
l
binnenkomende kabel.
Alle wartels moeten met het juiste moment worden vastgezet.
l
Alle ongebruikte wartels moeten worden gedicht en afgesloten met de
l
bijbehorende afdichtdoppen of afsluitpluggen.
Het apparaat is geschikt voor installatie in een corrosieve atmosfeer
conform ISA-S71.04, corrosie-gevoeligheidsniveau G3.
Sluit de signaalkabels niet aan op de aarde of de kabelafscherming.
Alle kabels en ingangspoorten moeten mechanisch zijn vastgezet.
Neem de aanhaalmomenten van de schroeven in acht.
6.1. Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen op de uiteinden
van de geleider te krimpen.
6.2. Explosiegevaarlijke omgeving
Zorg ervoor dat de trunk is uitgerust met twee afsluiters, een op elk
uiteinde van de trunk.
Zorg ervoor dat het gebruikselement voor de selectie van de gasgroep in
de juiste stand staat voor uw bedoelde toepassing.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige
circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer.
De kortsluitbrug mag alleen worden losgekoppeld en verwijderd als er
geen potentieel explosiegevaarlijke atmosfeer is.
6.2.1. Beschermingstype
6.2.1.1. Beschermingstype Ex i
Neem de scheidingsafstand tussen twee naast elkaar gelegen intrinsiek
veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Intrinsiek veilige circuits van het geassocieerd apparaat (gemonteerd in
een veilige omgeving) mogen in explosiegevaarlijke omgevingen worden
gebracht. Neem de scheidingsafstand met alle niet-intrinsiek veilige
circuits conform IEC/EN 60079-14.
Als circuits met beschermingstype Ex ic worden gebruikt met niet-
intrinsiek veilige circuits, mogen ze niet meer worden gebruikt als circuits
met beschermingstype Ex ic.
Houd bij het aansluiten van intrinsiek veilige veldtoestellen aan de
intrinsiek veilige circuits van het gekoppelde apparaat rekening met de
respectieve piekwaarden van de veldtoestellen en het geassocieerd
apparaat (controle van intrinsieke veiligheid). Neem ook IEC/EN 60079-14
en IEC/EN 60079-25 in acht.
6.2.2. Stof
6.2.2.1. Zone 22
Een apparaat met externe connectoren voor niet-intrinsiek veilige circuits
mag niet worden gemonteerd in Zone 22.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige
circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer.
Wanneer de behuizing elektrisch geladen is, mag deze alleen geopend
worden als er geen potentieel stofexplosiegevaarlijke atmosfeer is.
Verwijder het stof voordat u de behuizing opent.
6.2.2.2. Zone 21
Een apparaat met externe connectoren mag niet worden gemonteerd in
Zone 21.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen circuits is alleen
toegestaan bij afwezigheid van een potentieel explosiegevaarlijke
atmosfeer.
Circuits met beschermingstype Ex ic voldoen alleen aan equipment
protection level Dc.
De behuizing mag niet worden geopend wanneer het apparaat elektrisch
geladen is.
Verwijder het stof voordat u de behuizing opent.
7. Gebruik, onderhoud, reparatie
Voordat het product wordt gebruikt, dient u het product te leren kennen.
Lees de handleiding zorgvuldig door.
Voer geen reparaties, wijzigingen of modificaties uit aan het apparaat.
Als er een defect wordt geconstateerd, vervangt u het apparaat altijd door
een origineel toestel.
1 / 2