Algemene veiligheidsinstructies voor onderhoud
• Probeer de Chariot niet met uw handen op te tillen, gebruik altijd een krik of een lift
om letsel te voorkomen.
• Zorg er bij mechanische reparaties altijd voor dat het elektrische systeem is uitgeschakeld en
verwijder de accu('s) uit de fiets.
• Zorg ervoor dat de laadbak/laadruimte leeg is en dat er niets uit kan vallen tijdens het onderhoud.
3. VEILIGHEID
Voor het rijden
Lees de handleiding zorgvuldig door. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als
gevolg van het niet naleven van deze instructies.
• Zorg ervoor dat de zadelpositie is aangepast aan jouw specificaties als gebruiker.
• Zorg ervoor dat elke keer voordat de Chariot wordt gebruikt, deze in goede conditie verkeert.
Controleer vóór elke rit de correcte werking van de remmen, de correcte werking van de verlichting
en zorg ervoor dat de bandenspanning juist is. Dit voorkomt onnodige slijtage.
• Check regelmatig of de wielen, het stuur en het zadel goed vastzitten en controleer alle
boutverbindingen.
• Het is aan te raden om je Chariot altijd eerst uit te proberen in een rustige omgeving, met de
verschillende standen van elektrische trapondersteuning. Zo kunt u wennen aan het rijden,
sturen, remmen en de elektrische trapondersteuning. Het is ook aan te raden om een
proefnoodstop te maken.
• Neem de tijd om te wennen aan de functies van de elektrische motorhulp. Oefen het
versnellen met de motor.
• Zorg ervoor dat je goed voorbereid op pad gaat.
Tijdens het rijden
De fiets is geschikt voor gebruik op bestaande fietspaden en weggedeeltes bestemd voor fietsers.
• Let vooral op anderen op de weg. Gebruik nooit je telefoon tijdens het fietsen.
• Fiets in geen geval na inname van medicatie of onder invloed van alcohol of drugs.
• Rijd waar mogelijk op een stevige en vlakke ondergrond. Let op kuilen en oneffen terrein
en pas je snelheid hierop aan.
• Pas op dat wijde broeken, wapperende kledingstukken en losse veters niet vast komen te
zitten in de spaken of de pedalen.
• Rijd met een snelheid die past bij het terrein en je rijvaardigheden.
• Let op dat er zich bij afdalingen geen gevaarlijke snelheid ontwikkelt. Rem tijdig en pas uw snelheid
aan naar de omstandigheden. Wij adviseren een maximumsnelheid van 25 km/u (15,5 mph).
• Wees voorzichtig met scherpe bochten en verkeersdrempels; pas je snelheid hierop aan.
• Houd er rekening mee dat de remweg aanzienlijk langer is bij nat weer op een natte en vuile weg
(met bladeren en/of modder).
7