Verticale luchtstroom richting
De verticale luchtstroom richting kan worden bediend met de afstands-
bediening.
Draaien
De draaiende verticale luchtstroom richting kan worden ingesteld.
GEBRUIKSTIPS
Werking en vermogen
Over de prioriteitsstatus en de stand-bystatus
● Er kunnen meerdere binnenapparaten binnen hetzelfde systeem
verbonden worden. De keuze aan bedrijfsmodi is beperkt naargelang
het systeem.
Koelen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binnenunits binnen hetzelfde systeem in de koel-
of droogmodus werken, is het niet mogelijk om gelijktijdig verwarmen
te selecteren.
Verwarmen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binnenunits binnen hetzelfde systeem in de ver-
warmingsmodus werken, is het niet mogelijk om gelijktijdig koelen of
drogen te selecteren.
Stand-bystatus:
De stand-bystatus wordt geactiveerd wanneer 2 of meerdere binnen-
apparaten in een verschillende modus worden opgestart. Alle bin-
nenapparaten die zich niet in de prioriteitsmodus bevinden worden in
stand-by gezet totdat de prioriteitsmodus wordt gewijzigd (de werking
start zodra de prioriteit wordt gewijzigd).
Het OPERATION controlelampje (groen) brandt en het TIMER contro-
lelampje (oranje) knippert (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Nl-3
Lage omgevingskoeling
● Als de buitentemperatuur zakt, is het mogelijk dat de ventilatoren van
het buitenunit naar Low Speed (langzaam) schakelen of dat een van
de ventilatoren tijdelijk stopt.
Verwarmingsvermogen
● De verwarmingsmodus werkt volgens het warmtepompprincipe,
waarbij warmte uit de buitenlucht wordt opgenomen en vervolgens in
de binnenruimte wordt afgegeven. De bedrijfsprestaties nemen aldus
af naarmate de buitentemperatuur zakt. Als u het gevoel hebt dat het
apparaat onvoldoende warmte produceert, raden wij u aan om deze
airconditioner in combinatie met een ander verwarmingstoestel te
gebruiken.
● De verwarmingsmodus warmt de volledige ruimte op door de lucht in
de ruimte te laten circuleren. Na het inschakelen van de airconditioner
kan het aldus enige tijd duren voordat de kamer is verwarmd.
Microcomputer-gestuurd automatisch ontdooien
● Als de verwarmingsmodus bij een lage buitentemperatuur en hoge
vochtigheid wordt gebruikt, kan er ijs op het buitenapparaat worden
gevormd waardoor de prestaties afnemen. Om dit te vermijden is het
apparaat uitgerust met een microcomputer-gestuurde automatische
ontdooifunctie. Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk
stoppen en zal het ontdooicircuit kortstondig werken (circa 4 tot 15
minuten).
Tijdens de automatische ontdooiing zal het OPERATION-controlelamp-
je (groen) knipperen (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Olieterugwinningsproces
● Er vindt regelmatig een olieterugwinningsproces plaats dat ervoor zorgt
dat de compressorolie naar het buitenunit terugkeert. Tijdens het olie-
terugwinningsproces knippert het OPERATION controlelampje (groen)
circa 10 minuten (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Temperatuur- en luchtvochtigheidsbereik
● De temperatuur en vochtigheid, die voor de werking van dit apparaat
nodig zijn, zijn in onderstaande tabel vermeld.
Kool-/droogmodus
Buitentempe-
Raadpleeg de specificaties van de buitenapparaten.
ratuur
Binnentempe-
18 tot 32 °C DB
ratuur
Luchtvochtig-
Circa 80% of lager
heid binnen
● Als de airconditioner bij een hogere temperatuur wordt gebruikt dan
hierboven vermeld, kan de ingebouwde beveiligingscircuit in werking
worden gesteld om schade aan het intern circuit te vermijden. Het is
tevens mogelijk dat in de koel- en droogmodi, wanneer het apparaat
bij een lagere temperatuur wordt gebruikt dan hierboven vermeld,
de warmtewisselaar bevriest, dit kan het lekken van water of andere
schade veroorzaken.
● Als het apparaat gedurende een lange periode bij een hoge lucht-
vochtigheid wordt gebruikt, kan condensatie op de buitenkant van het
binnenapparaat worden gevormd, die op de vloer of andere voorwer-
pen eronder kan druppelen.
● Gebruik dit apparaat alleen voor het koelen, verwarmen, ontvochtigen
en het circuleren van lucht in kamers van normale woningen.
Verwarmingsmodus
10 tot 30 °C DB