Bedieningspaneel
2. Indicatielampjes branden
klaar, als het programma is afgelopen.
in bedrijf, als de toets Start is ingedrukt.
startklaar, als het programma is gekozen.
De indicatielampjes knipperen: er is sprake van
een storing.
8
3. Centrifuge toerental instellen (indien gewenst)
traploos; bij Spoelstop met vaste positie.
4. Toetsen voor programmaverfijningen indrukken
(indien gewenst, aanvullend op het gekozen programma)
Licht strijken: minder kreukels.
Extra spoelen: extra spoelbeurt.
Snel:
kortere programmaduur.
Combineren van programmaverfijningen is altijd mogelijk.
De indicatielampjes van de toetsen branden als
de programmaverfijningen actief zijn.
Programmaverfijningen uitschakelen: toetsen opnieuw indrukken.
5. Toets Start indrukken
Programmakiezer draaien of een willekeurige toets indrukken.
6. Akoestisch signaal uitschakelen
Programmakiezer draaien of een willekeurige toets indrukken.
Als u Spoelstop hebt gekozen: de centrifugetoerentalkiezer
draaien.
1. Programma kiezen
De programmakiezer schakelt de wasmachine
Aan/Uit. Draaien in beide richtingen mogelijk.
De programmakiezer kan niet gedraaid
worden als het programma loopt - het
programmaverloop wordt elektronisch
gestuurd.