Maaien
1. Hoek met muur
2. Afvaldeeltjes
A: Aftoppen
Nylondraadkop draait linksom. De snijdraad be-
vindt zich aan de linkerzijde van de beschermkap.
1. Afvaldeeltjes
2. Maai aan deze zijde
3. Meszijde omhoog ge-
richt
4. Hoek met grond
B: Kanten maaien
Maaien
Dit houdt in dat u de trimmer voorzichtig bij het materiaal brengt
dat u wilt maaien. Kantel de kop licht zodat de afvaldeeltjes van
u vandaan worden geleid. Indien u materiaal maait dat zich tegen
een barrière bevindt, zoals een hek, muur of boom, gebruik dan
een hoek waarbij afvaldeeltjes die tegen de barrière aankomen,
van u vandaan worden geleid.
Verplaats de nylondraadkop langzaam totdat het gras tot aan de
barrière wordt gemaaid, maar vermijd contact tussen de draad en
de barrière. Wanneer u gras maait in de buurt van draadgaas of
harmonicagaas, maai dan slechts tot aan het gaas. Indien u te
ver gaat, knapt de draad af op het gaas.
Trimmen is bedoeld om de stengels van onkruid een voor een te
maaien. Houd de nylondraadkop onderaan tegen het onkruid,
nooit hoger, anders kan het onkruid heen en weer bewegen en in
de draad blijven haken. In plaats van het onkruid in één keer door
te snijden, gebruikt u het uiterste uiteinde van de draad om lang-
zaam door de stengel te snijden.
Afmaaien
Dit houdt het maaien van grote grasvlakten in door de trimmer in
een horizontale boog te zwaaien. Maak een vloeiende, gemakke-
lijke beweging. Probeer het gras niet te af te hakken. Kantel de
nylondraadkop zodat de afvaldeeltjes tijdens de maaibeweging
van u vandaan worden weggeworpen. Ga vervolgens zonder
gras te maaien terug voor een volgende maaibeweging. Indien u
goed bent beschermd en het niet erg vindt als afvaldeeltjes in uw
richting worden geslingerd, kunt u in beide richtingen maaien.
Aftoppen en kanten maaien
Deze beide handelingen worden verricht met een onder een stei-
le hoek gekantelde nylondraadkop. Aftoppen betekent dat de bo-
venste begroeide laag wordt verwijderd, waardoor de kale grond
overblijft. Kanten maaien houdt in dat het gras wordt gemaaid op
plekken waar het over een stoep of oprit hangt. Tijdens zowel
kanten maaien als aftoppen, dient de machine onder een steile
hoek te worden gehouden, zodat afvaldeeltjes en losgeraakt
zand en stenen, niet in uw richting komen, zelfs als ze van de har-
de ondergrond worden afgeketst.
Hoewel de afbeelding laat zien hoe u kanten moet maaien en
moet aftoppen, dient elke gebruiker zelf te bepalen wat voor zijn
lichaamsgrootte en maaisituatie de ideale hoeken zijn.
Voor bijna alle maaihandelingen geldt dat u de nylondraadkop
het beste zo kunt kantelen dat er contact wordt gemaakt aan de
zijde van de draadcirkel waar de draad van u en de beschermkap
vandaan beweegt (zie de bijbehorende afbeelding). Hierdoor
worden de afvaldeeltjes van u vandaan weggeworpen.
Indien de kop naar de verkeerde zijde wordt gekanteld, zullen de
afvaldeeltjes uw kant uitschieten. Indien de nylondraadkop plat
tegen de grond wordt gehouden zodat het gras over de gehele
lengte van de draad wordt gemaaid, schieten de afvaldeeltjes uw
kant op, wordt de motor door de weerstand afgeremd en wordt er
veel draad verbruikt.
28