5.4 Alarm thuis/weg
Het apparaat kan zo worden ingesteld dat er een alarm wordt verzonden wanneer de
gebruiker binnen of buiten het bereik van het baken komt. Zorg ervoor dat het baken/de
houder in het midden van het gebouw is geplaatst en voldoende dekking heeft om
onnodige waarschuwingen te voorkomen.
5.5 Technische alarmen
• Inschakelen
• Alarm uitschakelen
• Alarm voor laag batterijniveau
• Alarm voor kritisch laag batterijniveau (EOL-alarm)
• Alarm batterij vol
• Alarmen transmissie testen
• Alarm voor batterij van accessoire bijna leeg
Positionering
De positie van het apparaat kan op 4 manieren worden bepaald. Gps, wifi, LBS en via
het baken.
Als het apparaat in beweging is, bepaalt het apparaat elke 80 seconden of 3 minuten
de positie, afhankelijk van de bewegingssnelheid.
Als het apparaat stilstaat en dus niet beweegt of zich binnen het bereik van een
geregistreerd baken bevindt, zal het apparaat de positie niet bepalen
De definitie van stilstaand is 7 minuten zonder beweging. Beweging wordt door de
versnellingsmeter in het apparaat bepaald.
Positionering met behulp van satellieten heeft de hoogste prioriteit. De nauwkeurigheid
is vaak ongeveer 10-100 m.
De wifipositie wordt bepaald door 2 of meer mac-adressen die worden verkregen
van omliggende wifinetwerken. De nauwkeurigheid is vaak ongeveer 10-100 m.
De positie van het LBS-station wordt door het aangesloten basisstation bepaald.
Deze positie is niet nauwkeurig en moet meer als een indicatie van de locatie
worden beschouwd.
Baken. Als er een geregistreerd baken binnen bereik is, gebruikt het systeem de
geregistreerde positie als locatie.
Belangrijk: Verplaats het baken/de houder niet naar een nieuwe locatie als het adres
nog niet in het beheersysteem is aangepast. Anders kan de positie-informatie die wordt
weergegeven bij een alarm verkeerd zijn.
7