Installatievoorschrift CoxLas
Deze voorschriften voor installatie, montage, gebruik en onderhoud dienen om de veiligheid van het produkt
in de gebouwde omgeving te borgen.
•
Houd bij installatie de nationale wetgeving aangaande gasinstallatievoorschriften in acht.
•
Bij montage aan de wand/plafond: gebruik alleen de Cox Geelen beugel (zie catalogus).
•
Komponenten van verschillende systemen mogen niet door elkaar gebruikt worden.
Toepassingsgebied
®
®
CoxFix
en CoxLas
zijn bedoeld en geschikt voor toepassing op stooktoestellen voor genormeerde
gasvormige brandstoffen met een gebruikstemperatuur van 200ºC en een kortstondige maximale
rookgastemperatuur van 250ºC .
Het rookkanaal kan in onderdruk en overdruk omstandigheden functioneren. CoxLas
geschikt voor droge rookkanalen. CoxFix
Toepassingen die afwijken van voorgaande zullen te allen tijde in overleg met CoxGeelen BV uitgevoerd
moeten worden. De goede werking kan nadelig beïnvloed worden door veranderingen of aanpassingen van
het bedoelde gebruik.
Eventuele garantie-aanspraken vervallen als gevolg van dergelijke wijzigingen.
Voorbereiding
Alvorens met de installatie te beginnen, wordt het beoogde tracé, de plaats van de ravelingen, sparingen in
wanden, vloeren, het dak en eventuele obstakels als balken, gordingen etc. ingemeten.
De sparingen in de onbrandbare vloeren dienen 20 mm. groter te zijn dan de uitwendige diameter van het
kanaal. De sparingen mogen de sterkte van de draagconstructie niet nadelig beïnvloeden.
De minimale afstand van de buitenwand van het CoxFix
mm. Let op dat er in bepaalde gevallen een omkokering, vervaardigd uit onbrandbaar materiaal toegepast
dient te worden. Voor het omkokerde kanaal geldt een afstand tot brandbare materialen van 0 mm.
Binnen het gebouw en bij doorvoering door een wand of vloer waar de voorgeschreven brandwerendheid
van de bouwconstructie nadelig beïnvloed wordt, dient er een omkokering toegepast te worden. Zie
voorbeelden zoals aangegeven in Bijlage 1. Deze uitvoeringen voldoen aan de eisen die gesteld worden met
betrekking tot de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO). De WBDBO van het
®
omkokerde CoxFix
en CoxLas
Omkokeringen kunnen worden samengesteld uit:
-
onbrandbare plaat met een minimumdikte van 12 mm, (bijvoorbeeld Nobranda
-
metselwerk uit baksteen of kalkzandsteen, minimumdikte 50 mm;
-
gasbetonblokken of gipsblokken, minimaal 50 mm dik;
-
betonwanden.
Omkokeringen zijn in principe 4-zijdig, echter tegen wanden van metselwerk, beton of gasbeton kunnen de
omkokeringen 3-zijdig zijn. Indien het kanaal geplaatst wordt in een hoek tussen twee samenkomende
wanden bestaande uit één van de eerder genoemde materialen, kan de omkokering 2-zijdig samengesteld
worden.
Materialen welke zich aan de binnenzijde van de omkokering bevinden dienen onbrandbaar te zijn.
Installatie
Voorkeur verdient de opbouw van onderaf. Raadpleeg en volg de montagehandleiding. Een voorbeeld
exemplaar is als Bijlage 2 aan dit installatievoorschrift toegevoegd.
De montagehandleiding geeft belangrijke informatie over de juiste positie van de verschillende
componenten.
Let vooral op de juiste stromingsrichting van de rookgassen. De pijl op de hulpstukken (pijpen, bochten,
etc..) geeft de stromingsrichting van de rookgassen aan. Een ondersteboven gemonteerd kanaal is niet
toegestaan en zal tot klachten leiden.
dd. 8-7-2021
®
®
en CoxFix
®
is geschikt voor zowel droge als natte rookkanalen.
®
kanaal bedraagt 60 minuten.
3
Installatievoorschriften CoxLas
®
®
en CoxLas
kanaal tot brandbare materialen is 50
®
/CoxFix
®
is echter enkel
®
);
®