Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Keuze Diameter; Bevestigingsmiddelen; Aansluiting; Opbouw - Cox Geelen CoxCentric Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Keuze diameter

De diameter wordt bepaald door de totale lengte, inclusief aansluitleiding en het verloop van het rookkanaal
(zoals bij inmeten is vastgesteld), de capaciteit, het type toestel en de toe te passen brandstof.
Raadpleeg voor de keuze van het systeem het installatievoorschrift van de ketelfabrikant en controleer de
capaciteit volgens NEN 2757. Een te grote diameter van het rookkanaal kan leiden tot condensatie.

Bevestigingsmiddelen

Nadat de toe te passen onderdelen bepaald zijn, wordt de hartlijn van het tracé op de wanden aangebracht en
wordt de plaats van de bevestigingsmiddelen bepaald. De beugelafstand bedraagt 2 meter. Vervolgens kunnen
de bevestigingsmiddelen aangebracht worden waarbij men rekening moet houden met een eventueel
noodzakelijke omkokering.
Kies de lengte en de plaats van de secties zodanig, dat de verbinding tussen twee elementen zich niet ter
plaatse van een doorvoering bevindt en niet exact samenvalt met bevestigings- en afdichtinghulpstukken.

Aansluiting

Het stooktoestel wordt altijd aangesloten op het CoxCentric

Opbouw

Direct boven de aansluiting op het stooktoestel wordt het eerstvolgende element met behulp van een
muurbeugel aan de bouwkundige constructie bevestigd. Tenminste voor elke eerste bocht en na de volgende
bocht dient er een bevestiging aan de bouwkundige constructie aangebracht te worden, zoals aangegeven in
Bijlage 3.

Verslepingen

Indien verslepingen niet te vermijden zijn, dan dienen bochten spanningsvrij gemonteerd te worden zoals
aangegeven in Bijlage 4. Horizontale kanaaldelen zijn absoluut op 50mm per meter afschot naar het toestel
gelegd.
Condens dient overeenkomstig NEN 3287 afgevoerd te worden.

Uitmondingsconstructie

Breng de geëigende uitmondingsconstructie aan zoals in Bijlage 4.
®
Voor CoxCentric
kunnen dit zijn:
Prefab Schoorsteen indien het kanaal aangesloten is op een gesloten toestel voorzien van een
elektronische ontsteking of een permanent draaiende ventilator.
Universele dakdoorvoer voor gesloten gasgestookt toestel volgens Keuringseis 83 deel 1, van het type
geïsoleerd en regeninslagvrij (VR dakdoorvoer).
Universele dakdoorvoer voor gesloten gasgestookt toestel volgens Keuringseis 83 deel 1, van het type niet
geïsoleerd en met regeninslag (HR dakdoorvoer), zoals de CoxStant E
Goede werking:
HR en VR doorvoeren en Prefab schoorstenen kunnen voor wat betreft de goede werking in alle
uitmondingsgebieden geplaatst worden.
Hinder :
Ter voorkoming van hinder door de rookgassen voor de ventilatie- en/of
verbrandingsluchttoevoeropeningen (van hetzelfde perceel) dient voldoende afstand in acht genomen te
worden. De kortste mogelijke afstand tussen uitmonding en luchttoevoer is bepalend. In Bijlage 5 is een
overzicht opgenomen van de meest gangbare situaties met een grafiek waarin afgelezen kan worden
welke lengte of hoogte met moet aanhouden om te voldoen aan de eis van voldoende verdunning. In
NEN 2757:1997 is een volledige lijst opgenomen.
Ter plaatse van het dakbeschot dient de bevestigingsbeugel aangebracht te worden.
Eventueel aanwezige omkokering moet tot aan het dakbeschot aangebracht worden.
dd. 08-07-2021
Installatievoorschriften CoxCentric
®
kanaal met behulp van een aansluitleiding.
®
HR of econeXt
4
®
®
HR

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Cox Geelen CoxCentric

Inhoudsopgave