Reiniging van componenten
Voor het uitwendig reinigen van systeemdelen: centrales, bediendelen, melders, signaalgevers,
indicatoren, etc. adviseert Hertek B.V. het gebruik van niet bijtende of agressieve vloeibare
reinigingsmiddelen voor harde oppervlakten zoals Wetrok Brilant of vergelijkbare producten.
De reinigingsmiddelen mogen niet direct op de systeemdelen verneveld worden. Het reinigingsmiddel
kan het beste op een doek verneveld worden waarna de systeemdelen met de doek schoongemaakt
kunnen worden.
Draag er zorg voor dat de reinigingsvloeistoffen niet in de componenten komen. Tevens dient de
gebruiker bij centrale apparatuur in acht te nemen dat deze apparatuur netspanning kan voeren.
Om bovengenoemde redenen adviseren wij u als volgt te handelen bij het reinigen van systeemdelen:
• Stel de meldkamer(s) & interne organisatie op hoogte van uw werkzaamheden.
• Schakel doormeld-, stuur- en alarmeringsfuncties uit.
• Schakel de detectiezone, melders of systeemdelen die u wilt gaan reinigen uit.
• Schakel de netspanning van het systeem af en stel de zoemer van het bediendeel af.
• Stof de centrale apparatuur af met een stofkwast. Reinig met een doek waarop de
• Draai de te reinigen automatische melder uit de sokkel en stof de melder af met een stofkwast.
Spuit nooit melders
schoon met
• Stof handbrandmelders en nevenindicatoren af met een stofkwast. Reinig daarna de
luchtdrukapparatuur,
dit kan de werking van
de melder nadelig
beïnvloeden of de
• Schakel de detectiezones, melders of systeemdelen die uitgeschakeld zijn in.
melder zelfs
• Schakel de netspanning van het systeem weer in.
beschadigen.
• Reset het systeem, zodat het systeem in normaal bedrijf status is.
• Schakel de uitgeschakelde doormeld-, stuur- en alarmeringsfuncties in.
• Stel de meldkamer(s) & interne organisatie op hoogte van de beëindiging van uw
Onderhoud dient periodiek en door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform
onderhoudsnormen.
36
reinigingsvloeistof is verneveld de uitwendige oppervlaktes van de centrales apparatuur. Wis de
oppervlaktes nadien droog.
Reinig vervolgens de melder uitwendig met een doek waarop de reinigingsvloeistof is verneveld.
Wis de oppervlakte nadien droog. Reinig de buitenzijde van de sokkel eveneens met een doek
waarop de reinigingsvloeistof is verneveld. Draai vervolgens de melder weer in de sokkel.
handbrandmelder en / of nevenindicator uitwendig met een doek waarop de reinigingsvloeistof is
verneveld.
werkzaamheden.
Onderhoud
Enkele adviezen voor het gebruik
\