5.6 TYPE INGANG
Het ingangstype bepaalt het karakter van de ingangen IN1 en IN2. Dit kan
Analoog (AN), Normally Open (NO) of Normally Closed (NC) zijn. In het geval
dat de ingang NO is, zal het alarm worden geactiveerd zodra de connectoren
verbinding maken. Als de ingang NC is, zal het alarm worden geactiveerd
zodra de connectoren worden verbroken. Als fabrieksinstelling hebben de
ingangen type AN.
5.7 ALARMVERTRAGING
De alarmvertraging bepaalt hoe lang een ingang geactiveerd moet zijn
voordat een alarm wordt verstuurd. Als de ingang naar de 'niet-alarm'-status
terugkeert voordat de alarmvertraging is verstreken, zal er geen melding
uitgaan. De tijd kan worden ingesteld tussen 0 en 999 seconden. Als
fabrieksinstelling is de alarmvertraging ingesteld op 1 seconde.
5.8 INACTIEVE TIJD
De "inactieve tijd" is de tijd dat een ingang inactief is na activering. Tijdens de
inactieve tijd zal er geen nieuw alarm worden verstuurd. Enkel als de ingang
was teruggekeerd naar de "niet-alarm" status, opnieuw geactiveerd is en
actief blijft, zal na de inactieve periode alsnog een alarm volgen. Als de tijd is
ingesteld als "0" (minuten), zal de ingang direct weer actief zijn zodra deze is
teruggekeerd naar de "niet-alarm"-status. De inactieve tijd kan worden
ingesteld tussen 0 en 60 minuten. Als fabrieksinstelling is de inactieve tijd
ingesteld op "0".
5.9 ALARMHERHALING
Om de urgentie van de alarmmeldingen te benadrukken, kunnen alarmen
worden herhaald. Zolang de status binnen de alarmherhaaltijd niet naar de
niet-actieve status is teruggekeerd, zal de alarmering herhaald worden (met
uitzondering van de telefonische oproep). De tijd kan worden ingesteld
tussen 0 (geen herhaling) en 24 uur. Als fabrieksinstelling is de alarmherha-
ling ingesteld op 4 uur.
15