Machine Translated by Google
2.3 SNELHEIDSSENSOR MONTAGE
Wanneer de kabelklemmen aan de onderkant van de stuurkolom aankomen, verwijdert u de plakband en de koppelingskabelslang.
Breng de connectorbehuizing aan op de kabelklemmen. Vergeet niet vooraf de rubberen pakking te plaatsen.
Kabelkleuren : 1 -
groen, 2 - rood, 3 - bruin
VOORZICHTIGHEID!
1 2 3
Telleraandrijving van de wielnaaf verwijderen (sleutelmaat 17). Trek aan het aandrijftandwiel van de snelheidsmeter.
Controleer de afmeting van de rechthoekige boring van de versnellingsas van de snelheidsmeter. SIP-snelheidssensor heeft een breedte van 2,7 mm nodig.
Als die van u kleiner is, vervangt u deze door een geschikte snelheidsmeteras, bijvoorbeeld art. Nee. 94449000, 94465000, 94440100 of 94445000.
Onthoud het aantal tanden van de gekozen snelheidsmeteras. Deze heb je nodig voor het later afstellen van de snelheidsmeter.
Monteer snelheidsmeteraandrijving en monteer snelheidssensor door de kartelmoer van de sensor te sluiten. Als de sensor met gesloten moer nog steeds draaibaar is, voeg dan M5-
ring(en) toe aan de binnenkant van de moer, totdat de sensor vast komt te zitten op de snelheidsregelaar.
Verbind de snelheidssensor met de snelheidssensorkabel. De connectoren kunnen in de stuurkolom worden geschoven om ze te verbergen.
2.4 HOOFDDRAADKABEL
Steek een koppelingskabel in en duw deze door het lichaam van de vespa vanaf de kabelingang van de carburateur (rechterkant onder het brandstofreservoir) naar de lichaamsopening onder
het claxondeksel en het onderste stuurlager.
Zodra het je lukt om de koppelingskabel erdoor te leiden, leg je de kabelslang erop, als je definitieve gids voor het hoofddraadsnoer. Verwijder de binnenkabel.
Bevestig het hoofdsnoer met plakband aan de kabelslang (geleider). De open terminalzijde moet het frame verlaten onder het claxondeksel, dus het moet het frame binnenkomen bij de
carburateurkabel onder het brandstofreservoir.
Duw en trek het draadsnoer en de geleider langzaam door het frame totdat de aansluitklemmen en snoeren onder de hoornkap komen. Zorg ervoor dat u het snoer of de lijnen niet beschadigt aan
scherpe randen of met gereedschap zoals remklauwen. Verwijder het plakband en de geleider, respectievelijk de koppelingskabelslang.
28-29
Let op de draadkleur en de juiste positie in de connectorbehuizing.