Veranderen ruimtetemperatuur
(knipperend)
Afb. 6
Displayweergave tijdens inschakelen
Indien in de display een andere melding verschijnt, raadpleeg
dan hoofdstuk 8, op pagina 6.
5
Veranderen ruimtetemperatuur
1
Afb. 7
Veranderen ruimtetemperatuur
▶ Stel met draaiknop [1] de gewenste ruimtetemperatuur in.
De weergave schakelt over van de huidige ruimtetempera-
tuur naar de gewenste temperatuur. Het icoon van de draai-
knop verschijnt in de display. Na korte tijd schakelt het
display naar de huidige ruimtetemperatuur terug. Het icoon
van de draaiknop verdwijnt uit de display.
ModuLine 100 • 7163 7600 (2013/08)
6
7163 7600-015.1TD
Afb. 8
Er kan een afzonderlijke thermometer in de buurt van de ka-
merthermostaat worden geplaatst, die een andere waarde aan-
geeft. Indien u de kamerthermostaat met de thermometer wilt
kalibreren, kan dit via de functie "Kalibreren werkelijke ruimte-
temperatuur" (1K komt overeen met 1 °C).
Neem Voordat u de ruimtetemperatuur kalibreert, de volgende
aspecten in acht:
• Meet de thermometer correcter dan de kamerthermostaat?
• Bevindt de thermometer zich direct naast de kamerther-
7163 7600-016.1TD
▶ Houd de servicetoets [1] met een spits voorwerp (bijv. een
▶ Kalibreer de werkelijke ruimtetemperatuur met de draai-
De zichtbare temperatuur op het display kan maximaal met –
5,0 tot +5,0 °C in stappen van 0,1 °C versteld worden.
Kalibreren werkelijke ruimtetempe-
ratuur (alleen voor de servicemon-
teur)
1
(knipperend)
Kalibreren ruimtetemperatuur
mostaat?
Een thermometer kan temperatuurwijzigingen
langzamer of sneller aanduiden dan de kamer-
thermostaat. Kalibreer de kamerthermostaat
daarom niet tijdens de verlagings- of verwar-
mingsfasen van uw verwarmingsinstallatie.
pen of paperclip) ingedrukt om het servicemenu te active-
ren ( afb. 8).
knop [2] en houd hierbij de servicetoets ingedrukt.
5
2
7163 7600-009.1TD
5