6
Informatie voor de installateur
Aansluiten elektrisch
De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel met energie gevoed.
▶ Minimale afstand (100 mm) tussen de afzonderlijke BUS-deelnemers aanhou-
den.
▶ Minimaal kabels met Cenelec code (standaardiseringcomité voor elektrotechni-
sche standaarden) H05 VV-... gebruiken.
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijv. van het PV-systeem) kabel afgeschermd
afvoeren (bijv. LiYCY) en afscherming eenzijdig aarden. Afscherming op de huis-
aarde aansluiten, bijvoorbeeld op een vrije randaarde of waterleiding.
▶ Laagspanningskabels gescheiden van netspanningskabels installeren (minimale
afstand 100 mm).
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de verbinding van de
BUS-deelnemers gebruiken.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
100 m met aderdiameter = 0,50 mm
•
300 m met aderdiameter = 1,50 mm
•
▶ BUS-verbinding maken. De polariteit van de aders is willekeurig.
ModuLine
1000
BUS
Afb. 4
BUS-verbinding met de warmtebron
Identificatie van de BUS-aansluitklem installatie-instructie van de warmte-
1)
bron
12
2
2
BUS/EMS/
1)
BB/OT
ModuLine 1000 • 6 720 811 006 (2014/08)
6 720 811 982-01.1O