Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandstof - HWAM I 40/55 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor I 40/55:
Inhoudsopgave

Advertenties

a
lgemeen
De schoorsteen
De schoorsteen is de motor van de inzetkachel en allesbepalend voor de werking van de kachel. De schoorsteentrek geeft een onderdruk in de
kachel. Deze onderdruk verwijdert de rook uit de kachel, zuigt lucht door de klep naar de zgn. smoorklep, die de ruit vrij van roet houdt, en zuigt
lucht aan door de primaire en secundaire kleppen voor de verbranding.
De schoorsteentrek ontstaat door het temperatuursverschil tussen de inwendige en uitwendige schoorsteen. Hoe hoger de temperatuur in de
schoorsteen, hoe beter de schoorsteentrek. Het is daarom belangrijk dat de schoorsteen goed is opgewarmd voordat u de schuiven sluit en de
verbranding in de kachel vermindert (een stenen schoorsteen is niet zo snel warm als een stalen schoorsteen).
Als de schoorsteen door weer en wind slecht trekt, is het des te belangrijker dat deze zo snel mogelijk warm wordt. Hoe eerder er vlammen zijn,
hoe beter. Kloof het hout extra fijn, gebruik een extra stuk aanmaakhout, enz. Als de kachel enige tijd buiten gebruik is geweest, is het van belang
dat de schoorsteenbuis op verstoppingen wordt gecontroleerd.
Er kunnen verschillende voorzieningen op één schoorsteen worden aangesloten. Wel moet eerst worden nagegaan welke voorschriften hiervoor
gelden.
Reiniging van de schoorsteen
De schoorsteen moet jaarlijks worden geveegd om te voorkomen dat er brand in ontstaat. De rookafvoerbuis en de rookkamer boven de stalen
rookgeleidingsplaat moeten samen met de schoorsteen worden gereinigd. Als reiniging van de schoorsteen van bovenaf onmogelijk is vanwege de
hoogte van de schoorsteen, moet er een reinigingsluikje worden aangebracht.
Als er in de schoorsteen brand ontstaat, moeten alle kleppen worden gesloten en moet de brandweer worden gewaarschuwd. De schoorsteen
mag pas weer in gebruik worden genomen, wanneer deze door een schoorsteenveger is geïnspecteerd.
Snelle of krachtige warmte
Snelle of krachtige warmte kan worden bereikt door vele maar kleine stukken te verbranden.
Maximale hoeveelheden bij het bijvullen
De volgende hoeveelheden mogen per uur worden verbrand:

Brandstof

Houtblokken
Let op! Wordt deze grens overschreden, dan valt de inzetkachel niet alleen niet langer onder de fabrieksgarantie maar kan ook door overver-
hitting beschadigd worden. De inzetkachel is goedgekeurd voor periodiek gebruik.
Gemiddelde bijvulintervallen
Brandstof
Houtblokken
Lange brandtijd
De traagste verbranding wordt bereikt door de hendel voor luchtregeling naar links te duwen. Als de bedieningshendel helemaal naar links wordt
geduwd, wordt er geen lucht door de openingen in de achterste isolatieplaat van de verbrandingskamer geleid. Bij het stoken kan het brandhout
dus niet in brand vliegen. Controleer bij het toevoegen van nieuw brandhout altijd of het hout goed vlam heeft gevat. Als dat niet het geval is,
moet de luchttoevoer worden verhoogd door de hendel van de luchtregeling naar rechts te duwen. Wanneer de hendel van de luchtregeling ca.
30 mm naar rechts wordt geduwd (gezien vanaf de meest linkse positie), kan de houtkachel opnieuw starten zonder verdere afstelling. De langste
brandduur wordt bereikt door de hendel voor de luchtregeling naar de meest linkse positie te duwen wanneer de vlammen op het punt staan te
doven. Dit zorgt voor de langste stralingswarmte met sintels. Een iets langere brandduur kan worden bereikt door de hendel van de luchtregeling
enigszins naar links (ca. 8 mm) te draaien na ca. 20 minuten branden.
Te koud stoken
Als de vuurvaste materialen zwart zien na het stoken dan is er sprake van verontreiniging en functioneert HWAM
Daarom moet de regelstang naar rechts worden gezet. Bovendien kan het nodig zijn een grotere hoeveelheid hout te verbranden.
Zo ontstaat een optimale verbranding
• Gebruik schoon en droog hout.
Vochtig hout heeft een slechte verbranding en veel rook en roet tot gevolg. Bovendien wordt de warmte gebruikt om het hout te drogen en
niet om de ruimte te verwarmen.
• Verstook niet te veel hout tegelijk.
Als er vaak en met niet al te veel hout wordt gestookt is de verbranding optimaal. Als u te veel brandhout in de kachel legt duurt het te lang
voordat de temperatuur hoog genoeg wordt voor een goede verbranding.
• Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Zorg voor voldoende lucht vooral wanneer u begint te stoken zodat de temperatuur in de kachel snel genoeg oploopt. Alleen dan verbranden
namelijk de gassen en deeltjes die vrijkomen tijdens het verbrandingsproces. Deze hechten zich anders in de vorm van roet aan de schoor-
steenwand (waardoor een schoorsteenbrand kan ontstaan) of ze komen onverbrand in het milieu terecht. Een onjuiste luchttoevoer brengt
een slechte verbranding en onvoldoende rendement met zich mee.
• Laat het vuur 's nachts niet laag branden
We raden u af om 's avonds hout in de kachel te leggen en de luchttoevoer laag te draaien in een poging om het vuur tot de ochtend smeulend
te houden. Als u dat doet stoot de houtoven grote hoeveelheden schadelijke rook uit en wordt uw schoorsteen aan onnodig veel roet bloot-
gesteld, wat risico op een schoorsteenbrand oplevert.
Max. bijgevuld per uur
2,5 kg
kg
Ca. 1,6
Gemiddeld bijvul-interval
50 min
4
Autopilot™ niet optimaal.
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave