BASISMOGELIJKHEDEN
Display:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
2
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
1. Zonenummers
Elke sensor vertegenwoordigt een zgn. zone in het systeem. Er zijn 30 zones voor draadloze sensoren (nummers 1 - 30 in het
display) en 2 zones voor draadgebonden sensoren (nummer 31 en 32 in het display).
Zonenummer aan:
Zonenummer knippert langzaam: Er is een probleem met de sensor (6.5).
Zonenummer knippert snel:
2. Gong
Gong bij uitgeschakeld systeem ingeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld hoort u een prettige ding-dong wanneer
er iemand binnenkomt (9.2).
3. Ruimte voor menuteksten en klok
2.1 Installeren van de centrale
2.1.1 Aansluiten van telefoonsnoer
Open het bovenste klepje van uw centrale. Sluit het telefoonsnoer aan op de daarvoor bestemde aansluiting (6). Aan de achterzi-
jde van de centrale kunt u het snoertje fixeren door het achter de haakjes door te halen.
In geval van een analoge telefoonaansluiting
Klik het andere einde van het telefoonsnoer in de meegeleverde telefoonstekker en sluit deze aan op uw telefoondoos. U kunt
eventueel uw telefoonstekker weer in de achterzijde van de bijgeleverde doorsteekstekker steken.
☺ In geval van een ISDN aansluiting
De centrale kan nooit rechtstreeks op een ISDN-aansluiting worden aangesloten! Wanneer u een ISDN-aansluiting heeft, dient
u de alarmcentrale aan te sluiten op een analoge uitgang van uw ISDN-centrale. De meegeleverde telefoonkabel past, zonder
de telefoonstekker, direct in de analoge ingang van uw ISDN-centrale. Indien geen analoge ingangen voorhanden zijn, dient u
hiervoor een omvormer te gebruiken (vraag uw telecomleverancier). Veelal zal voor het uitkiezen via de centrale een "0" inge-
toetst moeten worden voor het verkrijgen van een buitenlijn. Deze "0" dient u mee te programmeren bij de telefoonnummers
voor het uitbellen (zie 5.2). Overigens dient u er rekening mee te houden dat bij een ISDN-centrale bij het uitvallen van de
netspanning uw alarmcentrale niet meer uit kan bellen. Deze garantie kan alleen met een analoge telefoonlijn worden
gegeven.
2.1.2 Aansluiten van de netadapter
Sluit de netadapter aan op de daarvoor bestemde aansluiting (7). Steek de netadapter in een 230V stopcontact. Aan de achterzi-
jde van de centrale kunt u het snoertje fixeren door het achter de haakjes door te halen. Zodra u het netsnoer aansluit en het
bovenste klepje van uw centrale is open, verschijnt het woord "TAMPER" in het display. Nadat u het klepje heeft gesloten geeft u
uw PINcode in (fabrieksinstelling 0000, zie 8.3) om het woord TAMPER te laten verdwijnen. In het display verschijnt nu de tekst
'Disarmed' en u hoort een dubbele toon ter bevestiging.
☺ Gebruik uitsluitend de meegeleverde netadapter.
8
1
3
1
Deur of raam staat open.
Deze sensor is uitgeschakeld door middel van de bypass functie (6.5).
MARMITEK