2.5.
Verzegelingsinspectie
Open het reduceerventiel of de aardgaskraan en controleer door veel
schuimwater op de aansluiting aan te brengen of er gaslekkage is.
Controleer nooit met een vlam.
2.6.
Eindcontrole
1.Steek de stroomkabel in het stopcontact en activeer de zekering van
het apparaat.
2.Controleer de functies.
2.6.1.
LPG-NG / NG-LPG conversie
Figuur 12Figuur 12.1Figuur 12.2Figuur 12.3
Verwijder het branderdeksel en de brander zoals aangegeven
in Figuur 12.
Verwijder de injector met behulp van een 7's socket
schroevendraaier zoals getoond in figuur 12.1.
Figuur 12.4
Bevestig de om te bouwen injector (D) zoals aangegeven in
figuur 12.2.
(zie tabel 1).
Plaats de brander terug zoals aangegeven in figuur 12.3.
Zet de branders na de ombouw respectievelijk aan en
verwijder de knop op het bedieningspaneel en stel de
vlamlengte in door de schroef op de gasklep (12,4 kraan)
of in de schacht van de klep vast of los te draaien.