Bedieningselementen
1 MODE-toets
2 Schuifschakelaar
3 UP toets
4 OK/SHOT toets
5 DOWN toets
Toetsen
Functies
Schuifschakelaar
1. OFF: Stroom uit
2. SETUP: Configuratiemodus.
3. ON: Bewakingsmodus.
MODE-toets
1. Kort indrukken om heen en weer te schakelen tussen opnemen,
foto's maken, afspelen en menu's.
2. In submenu's kort drukken om terug te keren naar het vorige
menu.
UP-toets
1. Ga omhoog in het instellingsmenu.
2. Ga omhoog om een nummer te selecteren in het menu voor
tijdinstelling of wachtwoordbeveiliging.
OK/SHOT
1. In de video- of foto-interface kort drukken om foto's en video's te
maken.
2. Druk in het instellingsmenu kort op OK om uw selectie te
bevestigen.
DOWN-toets
1. Ga omlaag in het instellingsmenu.
2. Ga omlaag om een nummer te selecteren in het menu voor
tijdinstelling of wachtwoordbeveiliging.
3. Houd in de afspeelmodus lang ingedrukt om het verwijdermenu
weer te geven en kies vervolgens of u een enkel bestand wilt
verwijderen of alles wilt verwijderen.
Bediening
1. De batterijen plaatsen/de stroomadapter gebruiken
Zorg ervoor dat batterijen vóór gebruik in de camera zijn geplaatst.
• Om de batterijen te plaatsen, drukt u op de knop van het batterijvak (6) en haalt u het
batterijvak eruit. Plaats vervolgens vier/acht 1,5 V AA-batterijen in de batterijsleuf met de
juiste polariteit (let op de markeringen "+" en "-" in de batterijsleuven).
• Als u de stroomadapter (niet meegeleverd) gebruikt om het product van stroom te voorzien,
opent u de ronde rubberen afdichting op de basisplaat en steekt u de stekker van de
adapterkabel in het stopcontact.
2. Plaatsen/verwijderen van de geheugenkaart
• Plaats een geheugenkaart voorzichtig in de betreffende sleuf totdat hij vast klikt.
• Om de geheugenkaart te verwijderen, drukt u licht op de kaart om deze uit de sleuf te halen.
SD
Opmerking: De camera heeft geen ingebouwd geheugen, dus voor gebruik moet er een
geheugenkaart in de camera worden geplaatst. Als de geheugenkaart in een andere camera is
gebruikt, moet u de geheugenkaart vóór gebruik in de wildcamera formatteren.
Aan- en uitschakelen
• Schuif de schuifschakelaar (2) naar SETUP om de wildcamera aan te zetten. Er verschijnt
een welkomstscherm op het LC-display (7).
• Zet de schuifschakelaar op OFF om de wildcamera uit te schakelen.
6 Knop voor het batterijvak
7 LCD
8 Luidspreker
9 SD-kaartsleuf
Instellingen en functies in het OSD-menu
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
1. SETUP modus
In de SETUP modus, wordt de infraroodlamp uitgeschakeld zodat testopnamen kunnen
worden gemaakt. Schuif de schuifschakelaar (2) van OFF naar SETUP om de camera in te
schakelen. Druk op de MODE (1) toets om te wisselen tussen video-/foto-opname, afspelen
en menumodus. Druk op OK (4) om de instellingen op te slaan. Druk in de video-/foto-opname
modus kort op SHOT (4) om een video op te nemen of een foto te maken. Druk nog een keer
op MODE (1) om terug te keren naar het vorige menu of om de menu-instellingen te verlaten.
Schuif de schuifschakelaar (2) naar OFF om de camera uit te schakelen.
2. Bedrijfsmodi
De wildcamera heeft drie bedrijfsmodi: Foto, video en foto + video. De fotomodus omvat
resolutie-opties van 1 MP, 3 MP, 5 MP, 8 MP, 12 MP, 16 MP en 20 MP. De videomodus omvat
opties voor 1080p, 720p, WVGA en VGA resolutie. Foto's/video's met een hogere resolutie zijn
gedetailleerder maar nemen meer ruimte in beslag op de geheugenkaart. In de modus foto +
video maakt de camera een foto en begint vervolgens met het opnemen van video. Opmerking:
Bij het opnemen van een video gaat de camera automatisch naar de energiebesparende
modus en wordt het scherm uitgeschakeld. Druk op een willekeurige toets op de camera om
het scherm weer in te schakelen.
3. Videolengte
De lengte van de opgenomen video kan worden ingesteld van 3 tot 60 seconden en van 1 tot
10 minuten. Hoe langer de geselecteerde opnametijd, hoe korter de mogelijke gebruiksduur.
De vooraf ingestelde videolengte is 5 seconden.
4. Opnamevertraging
De opnamevertragingstijd kan worden ingesteld van 5 tot 60 seconden en van 1 tot 60 minuten.
Tijdens de geselecteerde interval neemt de camera geen foto's of video's op. Dit voorkomt dat
de geheugenkaart vol raakt met teveel opnames van dezelfde gebeurtenis.
5. Gevoeligheid van de bewegingssensor
De gevoeligheid van de primaire bewegingssensor kan worden ingesteld afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden. Selecteer "Hoog" voor binnenshuis en omgevingen met weinig
interferentie, "Medium" voor buitenshuis en omgevingen met een normale hoeveelheid
interferentie en "Laag" voor omgevingen met een hoog interferentieniveau.
6. Beoogde opnametijd
De dagelijkse beoogde opnametijd en -duur kunnen worden ingesteld. Na deze tijd blijft de
camera in stand-by. Om de beoogde opnametijd in te stellen, gaat u naar het menu en opent
u het menu "Beoogde opnametijd". Druk op OK (4) en selecteer vervolgens "ON" om de
gewenste start- en eindtijd van de opname in te stellen.
7. Tijdsverloop
De tijdsverloop-modus kan worden gebruikt om automatisch met regelmatige tussenpozen een
foto te maken. Om de tijdsverloop-instellingen in te stellen, gaat u naar het menu en opent u het
menu "Tijdsverloop". Druk op OK (4) en selecteer vervolgens "ON" om de tijdsinterval en de
uren, minuten en seconden waarden dienovereenkomstig in te stellen.
8. Systeemtijd instelling
Om de tijd- en datumnotatie in te stellen, gaat u naar het menu en opent u het menu "Tijd
& datum". Druk op OK (4) en selecteer "OK" om de tijd en datum te wijzigen. Druk op UP/
DOWN om het gewenste nummer te selecteren en druk op UP (3)/DOWN (5) om de waarde te
veranderen. Druk op OK (4) om uw veranderingen te bevestigen.
Tijdformaat: 12/24 uur
Datum formaat: DD/MM/JJJJ, JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ
9. Wachtwoord instelling
Om het opstartwachtwoord van de camera in te stellen, gaat u naar het menu en opent u
het menu "Wachtwoord instelling". Selecteer "ON" om een wachtwoord van 4 cijfers in te
stellen. Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, drukt u op OK+up terwijl de camera is
uitgeschakeld en zet u de schuifschakelaar vervolgens op de SETUP modus om de camera
te ontgrendelen.