2. Installatieaccessoire
2. Bereid de volgende delen ter plekke voor.
Nr.
Naam
1
Schakelkast
Bedradingsbuis
2
(isolatiehuls en
klemschroef)
Voorzorgsmaatregel voor het installeren van de draadgestuurde bediening
1. Deze handleiding verstrekt informatie over de installatiemethode van de
draadgestuurde bediening. Zie het bedradingsschema in deze installatie-
handleiding om de draadgestuurde bediening op de binnenunit aan te
sluiten.
2. De draadgestuurde bediening werkt in een luscircuit met lage spanning. Het
is verboden om direct contact te maken met de kabel met een hogere
spanning, zoals 115 V, 220 V, 380 V, en sluit dit soort draden niet aan in de
genoemde lus. De bedradingsafstand tussen geconfigureerde leidingen moet
300~500mm of meer bedragen.
3. De afgeschermde draad van de draadgestuurde bediening moet stevig
worden geaard.
4. Wanneer de aansluiting van de draadgestuurde bediening is voltooid, mag u
geen tramegger gebruiken om de isolatie te detecteren.
3
Hoev. (ingeb.
in de muur)
1
1
Specificatie
(alleen ter
referentie)
Opmerkingen