Inhoudsopgave
Advertenties
Fire Sentry FS7-2173-2RP Branddetector
Installatie- en bedieningshandleiding
MAN0934_V1_1515001_Rev. F_08-12
2.2 De detector installeren
2.2.1 LOCATIE VAN DE MONTAGEBEUGEL
a. De FS7-2173-branddetector heeft een conisch gezichtsveld van 120 graden
(gezichtshoek). Aangeraden wordt de detector te plaatsen binnen de primaire
brandbeveiligingslocatie, langs de as van het gezichtsveld van de detector.
Aangezien de detector de branden moet kunnen 'zien' om ze te detecteren, moet
de detector worden gemonteerd in hoeken en aan plafonds, om te voorkomen
dat het gezichtsveld geblokkeerd is.
b. Kies een bevestigingsmethode waarmee de detector goed aan het materiaal van
de behuizingslocatie wordt bevestigd. Er kunnen bijvoorbeeld speciale gaten in
de bevestigingsbeugel worden geboord, zodat de beugel met schroeven, nagels,
enz. bevestigd kan worden. Als het oppervlak van polypropyleen is gemaakt, kan
de beugel vastgelast worden.
d. Schuif de behuizing van de detector op de montagebeugel, totdat hij vast zit.
2.2.2 DETECTORBEDRADING
Verbind elke pigtail-kabel van de detector aan de juiste aansluiting van de externe
apparatuur. Raadpleeg deel 6, tabel 1 voor meer informatie over de aansluiting.
OPPASSEN
tegen statische ontlading tijdens de aansluiting van de
pigtail-kabels van de detector. Een geaarde polsriem helpt
productbeschadiging te voorkomen.
DEEL 3: WERKING VAN DE DETECTOR
3.1 Werking van de detector
3.1.1 Normale werking
De FS7-2173-2RP-brandmelder is gebruiksklaar binnen 10 tot 15 seconden nadat de
24 V dc netstroom is ingeschakeld. De interne LED knippert om de 10 seconden om
aan te geven dat de detector op de normale stand staat. In deze stand kan de detector
storingen melden, mochten die zich voordoen. (Zie deel 4.2 voor de informatie over
storingcodes.)
N.B.: De LED knippert tweemaal wanneer er met een pc of regelpaneel wordt
gecommuniceerd.
3.1.2 Storingtoestand
Tijdens een storingtoestand doet de detector als volgt:
• Om de 10 seconden wordt een knipperende storingcode weergegeven.
Raadpleeg deel 4.1.
• De storing wordt in het Gebeurtenissenlog vastgelegd.
• Het storingrelais wordt gedeactiveerd (de relaiscontacten worden geopend). Zo
mogelijk, stelt de storing zichzelf terug. Dit betekent dat als de oorzaak van de
: Volg de procedures voor bescherming
6
Advertenties
Inhoudsopgave
