Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Over De Leidinglengte; De Waterleidingen Voorbereiden; Controle Van Het Watervolume En De Voordruk In Het Expansievat - Daikin SERHQ020BAW1 Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Als de aansluitingen van de binnenunit niet overeenstemmen met de
diameter
van
de
opgegeven
verloopstukken (lokaal te voorzien) op de aansluitingen van de
binnenunit worden gebruikt.
Andere diameters (in mm) kunnen ook worden gebruikt als de
vereiste leidingmaten (in inch) niet beschikbaar zijn, mits met de
volgende punten wordt rekening gehouden:
▪ neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt,
▪ gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
4.2.3

Over de leidinglengte

Maximale leidinglengte en hoogteverschil
Maximaal toegestane leidinglengte
Hoogteverschil tussen binnenunit en buitenunit
Hoogteverschil tussen buitenunit 1 en buitenunit 2
(indien van toepassing)
4.3

De waterleidingen voorbereiden

4.3.1
Controle van het watervolume en de
voordruk in het expansievat
De binnenunit heeft een expansievat van 12 liter met een standaard
voordruk van 1 bar.
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
voor meer informatie.
Minimum watervolume
Model
20
32
40
64
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
INFORMATIE
Het temperatuurstapverschil kan worden gewijzigd met de
instellingen [A‑02] en [F‑00]. Dit heeft gevolgen voor het
minimum watervolume dat vereist is wanneer de unit in de
koelstand draait.
Standaard
staat
de
watertemperatuurverschil van 3,5 K, waardoor het kan
werken
met
het
in
minimumvolume. Maar als een kleiner temperatuurverschil
is ingesteld, zoals bij toepassingen voor proceskoeling
waar
temperatuurschommelingen
vermeden, is een groter minimum watervolume vereist.
Om bij een wijziging van de waarden van de instelling
[F‑00] (koelstand) de goede werking van de unit te
verzekeren, moet het minimum watervolume worden
aangepast. Als dit volume groter is dan het in de unit
toegestane bereik, moet in de lokale leidingen een
bijkomend
expansievat
geïnstalleerd.
Voorbeeld:
SERHQ020~032BAW1 + SEHVX20~64BAW
Compacte split luchtgekoelde water-chiller
4P508019-1D – 2019.11
leidingvereisten,
moeten
30 m
<10 m
0 m
Minimum totaal watervolume
(l)
76
110
152
220
unit
ingesteld
op
een
de
vorige
tabel
aangegeven
moeten
worden
of
een
buffertank
worden
Om de gevolgen voor het systeem van een wijziging van de
instelling [F‑00] aan te tonen, nemen we het geval van een unit met
een minimum toegestaan watervolume van 66  l. De binnenunit is
5 m onder het hoogste punt in het watercircuit geïnstalleerd.
We nemen een wijziging van de instelling [F‑00] van 5°C
(standaardwaarde) naar 0°C. In de tabel hieronder zien we dat 5°C
overeenstemt met een temperatuurverschil van 3,5  K en 0°C met
1 K, wat eigenlijk de laagst instelbare waarde is.
Waarde [F‑00] (°C)
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
De correctiefactor van het watervolume volgens de curve in de
onderstaande grafiek is 3,5; dit betekent dat het minimumvolume 3,5
keer groter zal zijn.
Curve correctiefactor voor minimum watervolume
a
4.0
3.5
3.0
2.5
2.0
1.5
1.0
0.5
0.0
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
a
Correctiefactor watervolume
b
Temperatuurverschil (K)
Wanneer we 64 l vermenigvuldigen met de correctiefactor, krijgen
we 224 l; dit is het minimum toegestane watervolume in de installatie
bij een temperatuurverschil van 1 K.
Het is nu heel belangrijk om te controleren dat voor het
hoogteverschil van het systeem, het volume in het systeem kleiner is
dan de maximum toegestane waarde bij die voordruk (Pg). Op de
curve zien we dat het maximaal toegestane volume 350  l bedraagt
bij 1 bar voordruk.
Het totale volume in het systeem zal zeker groter zijn na toevoeging
van het interne volume van de unit. In dit geval kan een voordruk
worden ingesteld of moet in de lokale leidingen een bijkomend
expansievat of een buffertank worden geïnstalleerd.
De standaardwaarde van de voordruk (Pg) geldt voor een
hoogteverschil van 7 m.
Als het hoogteverschil van het systeem minder dan 7 m bedraagt EN
het volume in het systeem kleiner is dan de maximum toegestane
waarde voor die voordruk (Pg) (zie grafiek), dan moet de voordruk
(Pg) NIET bijgesteld te worden.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4 Voorbereiding
Temperatuurverschil (K)
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
8
8,5
4.5
5
5.5
6
6.5
7
7.5
8
8.5
b
9
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Serhq032baw1Sehvx20bawSehvx32bawSehvx40bawSehvx64baw

Inhoudsopgave