4. Voedingssensor
De instellingen aanpassen
Als PowerSensor niet correct werkt binnen of buiten het standaardbereik, kunt u het op de
volgende manier afstemmen:
v
Druk op de sneltoets voor PowerSensor.
v
De standaardpositie "3" staat op de instelbalk.
v
Stel de instelling voor de detectie van PowerSensor in op Setting/instelling 4 en druk op OK.
v
Test de nieuwe instelling om te zien of PowerSensor u op de huidige plaats correct detecteert.
Opmerking
Een handmatig geselecteerde modus van PowerSensor blijft actief, behalve wanneer deze opnieuw
wordt ingesteld of de standaardmodus wordt teruggezet. Als u vindt dat de PowerSensor te gevoelig is
voor bewegingen in de omgeving, moet u een lagere signaalsterkte instellen.
Sneltoets
Power Sensor
Afstand tot sensor
18