•
Licht de klant goed in over het systeem, waar u het heeft geplaatst en wat te doen bij
problemen/nood.
•
Controleer na het testen of de schotel geheel sluit bij het uitschakelen van het systeem.
Controleer ook nogmaals of alles waterdicht is. Controleer ook of het systeem automatisch
dicht gaat wanneer u de motor van het voertuig start.
•
Om schade te verhinderen door met opengeklapte buiteneenheid te gaan rijden, moet de
zwarte spanningskabel van de satellietontvanger bevestigd worden aan klem 15 (klem 15
is de leiding die bij het starten van de motor spanning geeft en bij een uitgeschakelde
motor geen spanning geeft).
•
De installatie klapt dan automatisch in zodra de motor gestart wordt. Daarnaast kan de
installatie niet worden opengeklapt bij een ingeschakelde motor.
•
Gebruik voor de verbinding alleen een geschakelde plusdraad en niet de D+draad van de
generator. De D+draad geeft bij veel voertuigen geen zuivere voltage door.
Daarnaast geeft deze draad niet direct ca. 12 V aan, maar ontwikkelt vaak langzaam een
spanning. Dit kan tot functieproblemen van de processor in de ontvanger leiden.
Het is altijd verstandig om uw klant te informeren over de werking van het systeem, wat er bijvoor-
beeld gebeurt wanneer de accuspanning te laag is, wanneer het stormt of regent, wanneer de
smartcard is uitgevallen en wat te doen bij noodsituaties.
FOUTMELDINGEN
•
BIJ HET ZOEKEN GEEN SIGNAAL GEVONDEN
Controleren of de antenne vrij zicht op het zuiden heeft, zeker stellen dat u in het
ontvangstgebied van de zoeksatelliet bent of uw positie veranderen.
•
IN DISPLAY VERSCHIJNT FOUT "Y" OF "X" MOTOR
Obstakel blokkeert antennebeweging of de stroomvoorziening is te zwak.
•
ANTENNE REAGEERT NIET MET INSCHAKELEN
Kabels niet correct aangesloten of zekeringen zijn doorgebrand.
•
IN HET DISPLAY VERSCHIJNT DE MELDING GEEN LNB AANGESLOTEN
Controleert u of de witte coax-kabel van de satellietantenne correct is aangekoppeld en
of er geen onderbrekingen zijn.
NOVEMBER 2006
11