4 Installatie
4.5.4
De voeding van de back-upverwarming
aansluiten
WAARSCHUWING
De back-upverwarming MOET een speciale voeding
hebben
en
MOET
beveiligingsinrichtingen
wetgeving.
VOORZICHTIG
Om zeker te zijn dat de unit volledig geaard is, verbind
steeds de elektrische voeding van de back-upverwarming
en de aardingskabel.
De capaciteit van de back-upverwarming kan verschillen volgens het
model van binnenunit. Controleer met de tabel hieronder of de
elektrische voeding overeenstemt met de capaciteit van de back-
upverwarming.
Type back-
Capaciteit
Elektrische
upverwarmin
back-
voeding
g
upverwar
ming
*3V
3 kW
1N~ 230 V
*6V
2 kW
1N~ 230 V
4 kW
1N~ 230 V
6 kW
1N~ 230 V
2 kW
3~ 230 V
4 kW
3~ 230 V
6 kW
3~ 230 V
*9W
3 kW
3N~ 400 V
6 kW
3N~ 400 V
9 kW
3N~ 400 V
(a)
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12
(Europese/internationale technische norm die de grenzen
vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door
apparatuur aangesloten op openbare
laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en
≤75 A per fase).
(b)
Deze apparatuur voldoet aan de norm EN/IEC 61000-3-11
(Europese/internationale technische norm die de grenzen
vastlegt inzake spanningsveranderingen,
spanningsschommelingen en flikkeringen in openbare
laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale
stroom ≤75 A), op voorwaarde dat de systeemimpedantie
Z
kleiner dan of gelijk is aan Z
sys
tussen de voeding van de gebruiker en het openbare
systeem. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de
installateur of gebruiker van de apparatuur om ervoor te
zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen
wordt aangesloten op een voeding met een
systeemimpedantie Z
(c)
(6V)
(d)
(6T1)
Sluit de voeding van de back-upverwarming als volgt aan:
a
X6M
F1B
b
Q1DI
a
In de fabriek gemonteerde kabel verbonden met het
schakelcontact van de back-upverwarming in de
schakelkast (K1M voor modellen met *3V; K5M voor
modellen met *6V en *9W)
b
Bedrading ter plaatse (zie onderstaande tabel)
Installatiehandleiding
14
beschermd
worden
door
de
vereist
door
de
geldende
Maximumstr
Z
max
oom in
functie
(b)
13 A
0,34 Ω
(c)
9 A
—
(c)
(a)(b)
17 A
0,22 Ω
(c)
(a)(b)
26 A
0,22 Ω
(d)
5 A
—
(d)
10 A
—
(d)
15 A
—
4 A
—
9 A
—
13 A
—
op het interfacepunt
max
kleiner dan of gelijk aan Z
.
sys
max
Model (elektrische
Aansluitingen op de voeding van de
voeding)
*3V (1N~ 230 V)
*6V (6V: 1N~ 230 V)
SWB
F1B
1N~, 50 Hz
230 V AC
*6V (6T1: 3~ 230 V)
K5M
SWB
F1B
Q1DI
3~, 50 Hz
230 V AC
EHVH/X04+08S18+23DA + EHVH/X04+08S18+23DJ
back-upverwarming
2
4
K1M
1
3
SWB
X6M
1
3
F1B
I
I
2
4
Q1DI
1N~, 50 Hz
L
N
230 V AC
2
4
6
14
K5M
1
3
5
13
X6M
1
3
5
7
I
I
I
I
2
4
6
8
Q1DI
L
N
2
4
6
14
1
3
5
13
X6M
1
3
5
7
I
I
I
I
2
4
6
8
L1 L2 L3
Daikin Altherma 3 R F
4P584428-1 – 2019.06