Kabels voor D+H RWA-systemen
Bij de keuze en aanleg van de kabels moeten de
regionale installatievoorschriften voor elektrische
leidinginstallaties en noodzakelijke
veiligheidsvoorzieningen resp. de richtlijnen voor
het behoud van de werking van elektrische
leidingen worden opgevolgd.
Opm.:
Vanwege de vele verkrijgbare soorten zijn geen
typeaanduidingen voor deze kabels aangegeven.
Vraag daarnaar bij uw D+H partner.
Kabelaanlegschema (voorbeeld)
Systeemspanning 24 V!
Kabels niet samen met krachtstroomkabels
aanleggen!
Bij een kabel met beschermingsleiding
(groen/geel) mag deze niet worden gebruikt!
Kabels en klemmendozen markeren.
naar overige
Kabellengtes en diameters
0,5
Totale stroom
240
120
3 x 1,5 mm²
400
200
3 x 2,5 mm²
Kabellengtes (m) x Totale stroom
Diameter (mm²) =
10/20
RZN 4503-T
Aandrijving
naar RWA-opening
zie kabellengtes en diameters
2x 0,8 Ø
Brandmelder
SD-O 371 of FD-T 271
Ventilatieknop
ca. 1,2 boven
bovenrand vaste vloer
1
1,5
2
2,5
3
80
60
48
40
130
100
80
65
80
Kabel groep (centrale - aandrijving)
Ten minste 3-aderige uitvoering:
- 2 aders voor de voeding van de aandrijving
- 1ader voor de bewaking van de leiding via welke
ook het High-Speed-RWA (HS)-signaal naar de
aandrijving wordt verzonden. Als dipschakelaar 4
op ON staat, wordt de groep bij een storing
automatisch aangestuurd en geopend.
Kabel lijn (centrale - melder)
De kabels worden op kortsluiting en onderbreking
bewaakt. Als dipschakelaar 3 op ON staat, wordt
de groep bij een storing automatisch aangestuurd
en geopend.
3x 0,8 Ø
4x 0,8 Ø
m
m
Nederlands
Regenmelder
RWA-centrale
230 V, 50 Hz
Aparte stroomkring.
Zekering markeren.
2x 0,8 Ø
Externe besturing
6x 0,8 Ø (RT 45)
10x 0,8 Ø (RT 45-LT)
O K
RWA-bedieningspaneel
ca. 1,5m boven Vloer
6x 0,8 Ø (RT 45)
10x 0,8 Ø (RT 45-LT)
O K
99.825.65 2.5/06/19