15.1.5 Specificaties voor lokale zekeringen en kabels
VAM350~2000J*VEB*
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P664012-1A – 2024.01
OPMERKING
De elektrische voeding MOET worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering op elke fase en
een aardlekbeveiliging volgens de geldende wetgeving.
OPMERKING
Zie het databook voor meer informatie.
Voedingsbedrading
Lokale zekeringen
Kabel
Dikte
Transmissiebedrading
Bedrading
Dikte
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer u meer dan één kabel op de voedingsbedrading aansluit, gebruik dan een
kabel met een dikte van 2 mm² (Ø1,6 mm).
Wanneer u 2 voedingskabels met een dikte van meer dan 2 mm² (Ø1,6 mm)
gebruikt, tak de leiding af buiten de klemmenstrook van de unit volgens de normen
voor elektrische apparatuur. De aftakking MOET worden ommanteld zodat ze
minstens even goed geïsoleerd is als de voedingskabel zelf.
Beperk de totale stroom van de cross-overkabels tussen binnenunits tot minder
dan 12 A.
Sluit GEEN kabels met een verschillende dikte aan op dezelfde aardklem. Losse
aansluitingen kunnen de bescherming verminderen.
Voor de bedrading van de controller, zie de bij de controller geleverde
montagehandleiding van de controller.
15
|
6 A/16 A
H05VV-U3G
De kabeldikte MOET voldoen aan de geldende
wetgeving.
Ommantelde draad (2 draden)
0,75~1,25 mm²
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Elektrische installatie
53