3.4.4.3
Weergavestand – de basis
3.4.4.3.1 Foto's weergeven
U kunt de foto's die u net hebt gemaakt, weergeven.
1. Druk op de knop [
2. Stel de keuzeschakelaar in op [
•
De laatst gemaakte foto wordt weergegeven op het LCD-scherm.
3. Gebruik [
] / [
•
Druk op de knop [
•
Druk op de knop [
• Druk op [
]/[
afspeelgegevens.
3.4.4.3.2 Foto's vergroten
Tijdens het bekijken van uw afbeeldingen kunt u een geselecteerd gedeelte van de afbeelding
vergroten. Door deze vergroting kunt u fijne details beter bekijken. De zoomfactor die op het
scherm wordt weergegeven, toont de huidige vergrotingsverhouding.
1. Stel de keuzeschakelaar in op [
2. Gebruik de zoomknop [W] / [T] om de zoomverhouding
aan te passen.
•
Druk op de knop [T] om de geselecteerde foto te
vergroten.
•
Druk op de knop [W] om terug te keren naar de
normale foto.
•
De vergrotingsfactor wordt weergegeven op het LCD-
scherm.
3. Als u ander gedeelten van de foto wilt bekijken, drukt u op de knoppen [
[
] / [
] om het weergavegebied aan te passen.
• Het vergrotingsbereik loopt van 1x tot 8x in stappen van 0,5x.
3.4.4.3.3 Miniatuurweergave
Met deze functie kunt u 9 miniatuurbeelden tegelijk weergeven op het LCD-scherm, zodat u
kunt zoeken naar een specifieke opname.
1. Stel de keuzeschakelaar in op [
2. Druk eenmaal op de knop [W] / [
•
De foto's worden weergegeven als miniaturen.
•
Foto's die met de knoppen [
zijn geselecteerd, worden aangegeven door een groen
kader.
•
Wanneer er tien of meer beelden zijn, verschuift u het
scherm met de knoppen [
14
De camera gebruiken
] om de camera in te schakelen.
].
] om de gewenste foto's te selecteren.
] om de vorige foto weer te geven.
] om de volgende foto weer te geven.
] om te schakelen tussen verschillende weergavemodi van
].
].
].
] / [
] / [
] / [
] / [
]
].
] / [
] /