Bijlage
Spraakopnames toevoegen aan spraaklabels
U kunt spraaklabels gebruiken om voorwerpen die een vergelijkbare vorm hebben te onderscheiden
door labels op deze voorwerpen te bevestigen. U kunt een spraakopname maken en toewijzen aan een
spraaklabel met NFC. De spraakopname wordt afgespeeld wanneer u uw apparaat in de buurt van de label
plaatst.
Schakel de NFC-functie in voordat u deze functie gebruikt.
1
Open Instellingen en tik op Toegankelijkheid → Zichtverbeteringen → Spraaklabel.
De spraakopnametoets wordt geopend.
2
Tik op
om de opname te starten. Spreek uw boodschap in de microfoon in.
3
Tik op Gereed als u klaar bent met de opname.
4
Houd de achterkant van uw apparaat boven de spraaklabel.
De informatie in deze spraakopname wordt overgeschreven naar de spraaklabel.
TalkBack (gesproken feedback)
TalkBack in- of uitschakelen
Als u TalkBack inschakelt, geeft het apparaat gesproken feedback. Als u één keer op de geselecteerde
functie tikt, leest het apparaat de tekst op het scherm hardop voor. Als u twee keer op de functie tikt, wordt
deze ingeschakeld.
Open de Instellingen, tik op Toegankelijkheid → TalkBack en tik op de schakelaar om deze functie in te
schakelen.
Wanneer u TalkBack wilt uitschakelen, tikt u op de schakelaar en tikt u twee keer op het scherm.
Als u wilt zien hoe u TalkBack kunt gebruiken, tikt u op Instellingen → Tutorial en hulp.
Sommige functies zijn niet beschikbaar wanneer u TalkBack gebruikt.
Het scherm bedienen met vingergebaren
U kunt verschillende vingergebaren gebruiken om het scherm te bedienen terwijl u TalkBack gebruikt.
Als u de beschikbare vingergebaren wilt weergeven en aanpassen, opent u de Instellingen en tikt u op
Toegankelijkheid → TalkBack → Instellingen → Gebaren aanpassen.
186