9. Bediening
a) Aan de slag
1. Klap het weergavepaneel open of druk op de aan-/uittoets
2. Richt de lens op het object en gebruik de helderheidsknop om de led-helderheid aan te passen.
3. Draai de focusknop om het beeld scherp te stellen.
4. Draai de polarisatielens om schittering te onderdrukken.
Het kan eventjes duren totdat de witbalans het beeld automatisch aanpast en in focus brengt. Als het object
teveel schittert, dan kunt u proberen de led-helderheid te verlagen (of volledig uit te schakelen).
b) Hoge en lage vergroting
Hoge vergroting
1
• Draai de focusknop volledig naar links "+" en draai de knop vervolgens geleidelijk terug om het beeld in focus te
brengen.
• De brandpuntsafstand zal kort zijn, waardoor u de lens mogelijk veel dichter bij het object moet houden.
Lage vergroting
2
• Draai de focusknop volledig naar rechts "-" en draai de knop vervolgens geleidelijk terug om het beeld in focus
te brengen.
c) Digitale zoom
1. Gebruik de focusknop om het object in focus te brengen op de LCD-display.
2. Druk op
om in + of uit - te zoomen.
d) Foto- of videmodus selecteren
1. Druk op
om te wisselen tussen de foto- en videomodi.
- Fotomodus:
weergegeven op de display.
- Videomodus:
2. Druk op de opnametoets
Een knipperend rood pictogram
weergegeven op de display.
om foto's te nemen of een opname te starten/stoppen.
geeft aan dat de opname loopt.
om de microscoop AAN of UIT te schakelen.
9