b) Montage/aansluiten
• Voor de installatie dient te worden voorzien in een alpolige
scheidingsschakelaar van de netspanning, bijv. een aardlek-
schakelaar. Tussen de aardlekschakelaar en het product moet
zich een overeenkomstig gedimensioneerde zekering resp. een
zekeringsautomaat bevinden.
• Aansluiting en montage mogen uitsluitend worden uitgevoerd
in spanningsvrije staat. Schakel bovendien de bijhorende zeke-
ringsautomaat en de aardlekschakelaar uit, zodat de voedingska-
bel alpolig van de netspanning is losgekoppeld.
Zorg ervoor dat deze niet door onbevoegden weer kan worden
ingeschakeld, bijv. met een waarschuwingsbordje.
Controleer de spanningsvrijheid met een geschikt meetapparaat
(bijv. digitale multimeter).
• Gebruik het product niet onmiddellijk wanneer het van een koude
ruimte in een warme ruimte is gebracht (bijv. bij transport). Het
condens dat daarbij ontstaat kan in bepaalde situaties onher-
stelbare schade aan het product toebrengen of kan u elektrische
schokken bezorgen!
Laat het product eerst op kamertemperatuur komen. Wacht tot
het condens is verdampt. Dit kan enkele uren duren. Daarna pas
het product monteren, op de netspanning aansluiten en in bedrijf
nemen.
• Gebruik het product niet in ruimtes of onder ongunstige om-
gevingsomstandigheden, waar brandbare gassen, dampen of
stofdeeltjes aanwezig zijn of aanwezig kunnen zijn! Er bestaat
explosiegevaar!
• Het maximum aansluit/schakelvermogen (zie „Technische gege-
vens") mag niet worden overschreden.
9